62 63 Oud- en zeldzaamheden. Naar aanleiding van bovenbedoelde splitsing zijnin over leg met den conservator dr. J. C. de Man, de uit den bodem opgedolven beenderen en andere steenen voorwerpen, tot dusver in de verschillende lokalen verspreidnaar hel daarvoor bestemde nieuwe benedenvertrek overgebracht. Deze verzameling is vermeerderd met eenige in de laat ste jaren opnieuw in de Schelde, vooral in den zoogenaam- den zilverputopgevischte beenderenwaaronder een elands- gewei en een slagtand van den mammouth. Verder met de twee bij het afbreken van het schoolgebouw in den langedelft twee meter onder den grond gevonden runderhoornen die Het kabinet van oud- en zeldzaamheden is door de op bladz. 50 hiervoren reeds vermelde veranderde inrichting aanmerkelijk verbeterd. Door het beschikbaar stellen van een tweetal nieuwe vertrekken werd niet alleen meer plaats ruimte verkregen maar daardoor kon tevens eene reeds lang gewenschte schifting der verzameling plaats hebben. Eene belangrijke aanwinst is verkregen door de inrichting van eene zoogenaamde ouderwetsche //Walchersche kamer.” waarin de verschillende voorwerpen uit de antiquiteiten-ver- zameling van het genootschap en meest betrekking hebbende op het huiselijk leven van den boerenstand op Walcheren in vroegere eeuwen, afzonderlijk zijn ten toon gesteld, bij wijze van eene aanschouwelijke voorstelling van de huise lijke omgeving onzer voorvaderen. Van deze drie thans gesplitste verzamelingen zijn afzon derlijke inventarissen vervaardigdvan welke een afdruk bij dit verslag is gevoegd. Van de collectie schilderijen, portretten enz., waarover de heer W. D. Luteijn zich bereid verklaard heeft het noodige toezicht te houdenzal eveneens een afzonderlijke catalogus verschijnen. irelijksoortig aan dievroeger in de vliedbergen of dijken avonden en behoorende tot het korthoornig ras. Aan den beeldhouwer J. G. den Hollander werd opge dragen, om de brokken en scherven van de Domburgsche votiefsteenen door cement te verbinden en in houten kasten te plaatsen, welke niet gemakkelijke arbeid naar wensch is geslaagd. De fragmenten der steenen doodkist, bij het klooster Bethlehem in Schouwen opgegravenwerden weder aan elkander bevestigd. Door dr. J. G. de Man werd aan de collectie geschonken eene door de heeren E. J. M. Bourdrez en A. Huisman onder zijne leiding vervaardigde kaart van Zeeland, waarop zijn aangeduid de plaatsenwaar de verschillende voorwerpen, in het vertrek aanwezig gevonden zijnmet correspondee- rende nommers op die voorwerpen zelve. Een plattegrond van de oude stad Beimerswaal werd op gehangen boven de voorwerpenop de schorren aldaar gevonden. De afbeelding der derrie-delving op Schouwen een schil derstuk door den heer J. H. C. Heijse te Zierikzee aan het genootschap geschonkenwerd mede in deze kamer ge plaatst bij de grondsoorten uit de zoogenaamde Zelke. Tot de nieuw verkregen voorwerpen behooren verder eene bij de graafwerken voor de duinwaterleiding te Vlissingen gevonden kruikbekend onder den naam van baardman netje,” een paar aan elkander bevestigde steenen kruikjes, in Zuid-Beveland opgedolven en waarvan de bestemming nog niet is kunnen worden verklaardalsmede een in den vliedberg tusschen Koudekerke en Biggekerke ge vonden kootje uit den voorpoot van een paard van fijn raswelk beentje op merkwaardige wijze aan ééne zijde glad geslepen is en alzoo moet afstammen uit lang vervlo- gene tijden. De verzameling Domburgsche oudheden werd vermeerderd

Tijdschriftenbank Zeeland

Jaarverslagen en naamlijsten KZGW 1817-1906, 2018 - heden | 1884 | | pagina 33