7 37. 42 43. Ma- en twee looden schijfjesdenkelijk Macaré II, pl. IV, fig. 8, 9, 10. van een kleine houten kam. care II, pl. IV, fig. 13. Afgietsel in gips van een metalen beeldje voorstellende een zoogenaamden genius. Kartonwaarop bevestigd zijn voorwerpengevonden op het strand van Domburg of Westhove. Het blad bevat a. Drie koperen sleutels waaronder een met be werkt handvat, na 1856 gevonden; de andere zijn van 1852 en 1812. Macaré pl. IVfig. 1 en Ma caré IIpl. IV fig. 4. Drie vingerringen. Drie van dezevóór 1838 gevonden, hebben respectievelijk een plaatje met de letters C. A. S. R., of een plaatje met een rechthoe kig figuur of eenè ovale holtewaarin een steen moet geplaatst zijn geweest. Macaré Ipl. V, fig. 1, 2, 3. Een vierde, bewerkte koperen ring bevatte vroeger ook een steentje. c. Een rond gouden plaatjewaaraan vroeger een ringetje of belière was bevestigd. Aan de voorzijde een gewerkte randmet fijne kringetjes als filigrane die een kruis vormen met vier puntjes in de hoeken als bij het Carolovingisch kruis. Macaré II, pl. IV, fig. 1. d. Negen kleine fragmenten van gouden sieraden in een doosje. Een klein medaillon van brons of koper. Macaré Ipl. V fig. 9. f. Een koperen gewichtjes. g. Eragment Steenen altaarhoog 31 breed 16 c. M., van witten kalksteengewijd aan de godin Nehalennia. 38. Tempelaltaar. 39. Tempelaltaar. 40. Tempelaltaar. 41. Eragment van het beeld der Overwinning. 6 e. zijn Inge- alleen dit voetstuk bewaard gebleven. Het beeld werd gevonden in December 1715. Het oorspronkelijk beeldje in 1737 te Domburg gevonden wordt in ’s Rijks museum te Leiden bewaard. P. de la Rue en Can- negieter hielden het voor echtlater werd het verdachtdoch in den laatsten tijd schijnt het weder als echt te worden beschouwd. Vgl. als boven bladz. 95 alsmede de Notulen van 5 December 1849. Op de zijkanten schijnt een boomstam met bladeren te uitgehouwen. Onder het dekstuk leest men Nehalenni ae nu inius Janu arus ex precepto aram posuit pro salute filij sui. Gevonden in 1870 in de duinen te Domburg en vermoede- lijk verloren toen in 1647 de aan het strand gevonden voorwer pen naar het dorp werden overgebracht. Vgl. Archief Z, Gen. dl. IIIbladz. 238(1872). Afgietsel in gipshoog 98 breed 62 c. M. van de best be- waarde der Zeeuwsche gedenksteenen. Dit altaar werd sedert menschen geheugen op het huis Ilpenstein te Ilpendam bewaard en kwam eindelijk door koop in het bezit van het Rijksmuseum te Leiden. Op den steen is afgebeeld Nehalennia op een troon, met vruchten op haar schoot en in een nevens haar staande mand. Aan de linkerzijde zit een hond en van achteren hangt een gordijn. De zijkanten vertoonen uit eikenbladeren gevormde fan tasie planten en vruchten. Het opschrift luidtNehalenniae DacinuS Liffionis Filius V(otum) S(olvit) L(ubens) M(erito). Vgl. alsboven bladz. 72 en pl. XVIno. 29. Afgietsel in gipshoog 75 breed 50 c. M. van een te Domburg gevonden gedenkstuk afkomstig uit de verzameling van Paludanus en thans in het Museum te Leiden. In eene nis met schelpvormig gewelf zit Nehalennia op een troonop haar schoot heeft zij een mandje met vruchtennevens haar zit een hond en aan de lin kerzijde een mand met vruchten. Op de zijstukken uit eikenbla deren samengestelde fantasieplanten. Het oorspronkelijke droeg sporen van beschildering. Het voetstuk droeg tot opschrift: Deae Nehalenniae Ammacius Hucdionis F(ilius) L(ubens) M(e- rito). Vgl. alsboven bladz. 66 en pl. XV27. Afgietsel in gipshoog 65 breed 40 c. M., van een te Dom burg gevonden gedenksteen afkomstig uit de verzameling van Papenbroek en thans in het Rijksmuseum te Leiden. Het dekstuk van voren met lofwerk van eikenbladerenwaarop vier ronde vruchten liggenheeft tot opschrift Deae Nehalenni ae T(itus Fla:v)i(us) Fortunati lib(ertus) Primitius V(otum) S(olvit) L(u- bens) M(erito). Van het nog overig gedeelte van dit beeld is na den brand

Tijdschriftenbank Zeeland

Jaarverslagen en naamlijsten KZGW 1817-1906, 2018 - heden | 1884 | | pagina 47