19 18 132. SCHOUWEN. 142. 133. 143. 134. 135. 144. 145. 136. 146. 137. ZEEUWSGH VLAANDEREN. 138. 147. 139. 148 140. 149. 141. 150. Baksteen met twee leeuwen Fragment van een steenen doodkist. Steenen bal van ruim 30 c. M. middellijn gebruikt als werptuig bij het beleg van Zierikzee door de Vlamingen in 1304. Steen met eene openingmisschien een stuk van een kruik. Verkoolde tarwe. en een wapen er op. Grouden ring met een beeldje van een kikvorsch achter glas en de letters H, O. Koperen plaatvoorstellende eene biddende vrouw vermoedelijk een stuk van een grafmonument. Koperen tangetje op beide armen met het opschrift //ave Marie, mater Dei.” Steenen kogel. Steen en pot van grauwe aardeon verglaasd en zon der figuren met een scheef aangezet oor overéén komende met die uit Reimerswaal, hoog 26c. M. Mortier van zandsteen, hoog 12 c, M. Ijzeren spanhamer. Mortier en daktegel in 1858 in Zuid-Beveland op gedolven. Glazen kan hoog 23^ c. M. Ronde rood aarden kruik, hoog 16 c. M. Twee met figuren beschilderde tegels uit de XVIe. eeuw. Hardsteenen doopvond. In 1880 gevonden ter plaatse tenschouwen. van het voormalige kasteel te Sluis. De kist is van rooden waarschijnlijk uit de Mainstreken af- komstigenzandsteenvan dezelfde soort als waarvan nog vele fragmenten te Domburg worden gevonden. Zij stond jaren lang op de oude begraafplaats te Ellemeet en is vermoedelijk gebruikt voor een der eerste bewoners van het klooster Bethlehem. Dergelijke ballen werden aldaar later ter gedachtenis in den stadsmuur gemetseld. Zie Teg. staat wan Zeeland dl. I, bladz. 267. Not. 21 April 1815. Gevonden te Borrendamme. Met no. 144 in Mei 1822 gevonden, 4 voet onder den zeedijk, ter plaatse van het 1304 verbrande slot van het voormalig dorp Borrendamme bij Zierikzee dat zelf in 1574 meest onderging van het voormalige dorp Wes- Gevonden op de plaats waar de berenning door de Franschen in 1672 geschiedde. No. 148-149 zijn gevonden onder Aardenburg bij de voorm. O. L. V. kerk. Gevonden in de gracht Gevonden in 1843 bij het dorp Waarde, drie meters onder den grond, op de plaats waar in de 13e eeuw een slot moet hebben gestaan en die nog heden als de Kasteelberg bekend is. Oude koperen lepel, Gevonden bij no. 132. Deze voorwerpen worden vooral merk waardig geacht in verband met de stelling dat geheel Zuid- Beveland reeds in 850 zou zijn bedijkt. Not. 7 April 1847. Gevonden te Waarde. Not. Nov. 1854. Gevonden bij het delven van een put in den Oostkerkepol- derop eene diepte van 27 d. M. beneden den beganen grond en onder eene ongeschonden derrielaag. Waarschijnlijk was hier zand afgevoerden was de hamer niet zoo oud als het veen. De Oostkerkepolder werd in 1370 door hertog Albrecht a«a Willem van Cats ter indijking gegeven. Not. 14 Oct. 1822. In het begin dezer eeuw in den grond gevondenin den noordhoek van den polder Kloetinge 2 meters onder den grond. Not. 1 Nov. 1854. In 1882 in den grond gevonden denkelijk in Zuid-Bev eland. Rood aarden kruik van eigenaardigen vorm, hoog 12 en 14| c. M. Denkelijk uit Zuid-Beveland. Afkomstig uit het slot Oostende te Goes. Not. 3 Mei 1820. RandschriftDit es gegevê door Lysbeth Comelis Willemse weduwe, a°. 1552. Afkomstig uit ’s Gravenpolder.

Tijdschriftenbank Zeeland

Jaarverslagen en naamlijsten KZGW 1817-1906, 2018 - heden | 1884 | | pagina 53