94 95 De ouderwetsche kamer. van buitenlandse! huis K 379 (da De ouderwetsche houten schoorsteenmantel 1), deur en binnenvensterwelke in het oude gebouw waren ingemetseld werden ongeschonden naar de nieuwe localiteit overgebracht. De schoorsteen wordt thans gedragen door sierlijke witmar meren consoles met de wapens van Jan Veth en Barbera Jansen van Rooseboom (f 1686), afkomstig uit het huis op de Pottenmarkt te Middelburg //De Drylaekens.” Een tweede antieke deur werd aangebrachtterwijl de zoldering in den stijl der 17e eeuw van moer- en kinderbalken is voorzien. Eene wand- en vloerbekleeding en antieke vensters ontbreken daar het de geldmiddelen des genootschaps te boven ging die aan te brengen. Is het onbescheiden dit punt in de aandacht van directeuren en leden aan te bevelen? Ook het meubilair laat heel wat te wenschen over en biedt ruimschoots gelegenheid tot aanvulling en verbetering. Toch mogen wij dankbaar zijn voor hetgeen reeds aanwezig is en bijna uitsluitend door geschenken werd samengebracht. Wanneer men de kamer binnentreedtwordt in de eerste plaats de aandacht getrokken door een drietal poppen in boerenkleederdracht. De beide zittende beelden stellen een Walcherschen landman en eene boerin uit het begin dezer eeuw voor. De staande figuur verbeeldt eene boerin van om streeks het jaar 1870. Toen in 1885 tot de vervaardiging dezer poppen besloten werd, was de eerste zorg om de daarvoor noodige kleeding- stukken en ornamenten te erlangen. Door bemiddeling van den conservator dr. J. C. de Man waren spoedig een aantal kleederen bijeen, terwijl mr. G. N. de Stoppelaar een zilve ren horlogieketting met signet schonk. Toen mevrouw Mezger- Borsius in datzelfde jaar het museum bezochtgaf zij eene volledige hedendaagsche boerinnenkleeding ten geschenke met de bijbehoorende ornamenten van goud en zilver, op welke milde gift zij in het volgende jaar de kroon zette door de aanbieding van eene geldsom voor een compleet stel gou den en zilveren sieradiën voor een ouderwetsch boerinnen kostuum. Al was nu het materiaal voor de poppen voorhanden bleef nog de groote moeilijkheid hoe die te boetseeren. Voor nes bij Monsdoor bemiddeling van het lid J. A. Frederiks drie stuks priemen, waarschijnlijk gebezigd voor knoop- werk, een steenen ornament, een stuk van een aarden lam en veertien verschillende oude kannetjeseen en ander ge vonden te Zierikzee en op Schouwen, in bruikleen van hei gemeentebestuur van Zierikzee; twee kruikjes of kannetjes uit Beimerswaal, van het lid C. J. Bottemanne Mz. een zoogenaamd prinsenkannetje met de kleuren Oranje- Blanje-Bleu, vermoedelijk uit het tweede stadhouderlooze tijdvak, gevonden in de vroegere gracht //de Volderijlaagte1' te Middelburg, aangekocht; een aarden kannetjewaarschijnlijk maakselgevonden onder de vloer van een teerende van 1550) in de Langeviele te Middelburg, vroeger bewoond door den kuiper Eldijk, aangekocht; eenige bij de ontgraving voor de waterleiding te Middel burg gevonden steenen of moppen (waaronder een vermoede lijk van de kapel in het Bagijnhof en enkele zeer oude uit de abdij), aangekocht. 1892. Eenige keisteenen uit den berg van Coudorpe, van den notaris J. van der Kloes te Ellewoutsdijk. i) De Delftsche tegels boven den schoorsteen (zie vorig verslag b! 65), welke eene voorstelling uit het landbouwbedrijf en de portretten van Frederik Hendrik en Willem Friso te zien gaven, konden niet onbescha digd uitgebroken worden en zijn verwijderd. Zij dateerden trouwens uit den tijd van het verval der pottebakkerskunst en konden kwalijk een sie raad van het vertrek heeten.

Tijdschriftenbank Zeeland

Jaarverslagen en naamlijsten KZGW 1817-1906, 2018 - heden | 1893 | | pagina 52