122 123 de geschiedenis der kleederdracht De tentoonstelling slaagde in alle opzichten naar wensch behoudens de financieele uitkomstwelke trouwens niet ten laste van het genootschapinaar van de commissie ad hoe kwam. Eene tentoonstelling van meer bescheiden omvang, maar niet minder belangrijkwerd op 22 en 23 April 1890 in de groote leeszaal voor directeuren en leden met hunne dames gehoudenzij betrof eene door de Commissie tot het opsporen het behoud en het bekend maken van de overblijfselen van kunst en oudheid in Zeeland bijeengebrachte verzameling afbeeldingen van gebouwenbeeldhouwwerken grafzerkentegels en andere voor het oogmerk dier commissie merkwaardige voorwerpen. De commissie is namelijk voornemens bij genoegzame deel neming een plaatwerk met begeleidenden tekst uit te geven betreffende de overblijfselen van kunst en oudheid, welke nog in Zeeland worden aangetroffen. Eene prospectus van dat werk zal eerlang verschijnen en een beroep gedaan worden op de medewerking van alle belangstellenden. Moge eene algemeene deelneming de commissie in staat stellen op onbekrompen wijze een waardig monument van tien kunstzin onzer voorvaderen in het leven te roepen Aan de welwillendheid en vrijgevigheid van den secretari.' der commissieden heer J. A. Erederiksdankt de lezer de als titelgravure voor dit verslag geplaatste afbeeldingen van een tweetal grafzerken uit de kerk te Kapelle. Zij dagtee kenen uit de XVe en XVIe eeuw en zijn zoowel uit een artistiek oogpunt als voor merkwaardig. Omtrent de werkzaamheden dezer commissie valt nog het volgende te vermelden. Door een lid der commissie werd een bezoek aan Sluis gebracht, waarbij de voor enkele jaren ontgraven Westpoort een punt van onderzoek uitmaakte. Het onderhoud dezer ruïneeen overblijfsel van middeleeuwschen vestingbouwliet wegens gebrek aan geldmiddelen te wenschen over, zoodat het geheel er zeer bouwvallig uitzag. Tevens werd het ter rein in oogenschouw genomen, waarop de in 181X afge brande St. Janskerk heeft gestaan en dat thans als weiland wordt verpacht. Tal van grafzerken, waaronder eene van het jaar 130 r5ö, liggen daar verscholen onder het gras of met een weinig grond bedekt. Aan het kerkbestuur der Xederduitsch-hervormde gemeente werd met aandrang aanbe volen om het terrein te doen ontblooten tot nader onderzoek en bewaring van de belangrijkste stukken. Het kerkbestuur te St. Anna ter Muiden werd gewezen op de wenschelijkheid om eene grafzerk van het jaar 1443 welke zich in een doorgang bevindt, weg te nemen cn ter voorkoming van verdere beschadiging tegen den kerkmuur te plaatsen. Van een merkwaardig gepolychromeerde plafondbetimmering in de Abdij te Middelburg werden enkele gebeeldhouwde ver sieringen in gips afgegoten, waarvan een exemplaar aan het Rijksmuseum werd aangeboden en een in de verzamelingen des genootschaps geplaatst (vermeld op bladz. 102). Eveneens werden afgietsels genomen van de ornamenten op de klokken van het in 1885 gesloopte carillon uit den kerktoren te Arnemuiden (ibid.) Op verzoek van kerkvoogden der Nederduitsch-hervormde gemeente te Goes verleende de commissie hare ondersteuning van een adres tot den minister van binnenlandsche zaken om restauratie op Rijks-kosten van het fraaie kerkgebouw aldaar. G. N. de Stop- De commissie bestond uit het comité van uitvoering, de heereu jhr. mr. A. van Reigersberg Versluijs, voorzitter, mr. J. P. N. Ermerins. J. A. Frederiksjhr. mr. W. H. Shouck Hurgronje, W. A. graaf van Lynden Henri Tak, penningmeester, mr. W. Polman Kruseman, secretari verder uit de heeren P. L. de Bruijne J. J. H. DoorenbosJ. F. van Duntr mr. B. F. W. von Brucken Fock, J. P. Fokker M. Fokker, dr. H. Japiksc. W. D. LuteijnJhr. mr. L. Schorer, W. J. Sprenger, mr. pelaar en B. A. Verheij.

Tijdschriftenbank Zeeland

Jaarverslagen en naamlijsten KZGW 1817-1906, 2018 - heden | 1893 | | pagina 66