Eindelijk verving laatstgenoemde op 5 April 1893 den heer Henri Tak als bestnnrslid. Het uitvoerend bestuur bestaat thans (April 1893) uit de Dr. H. Japiksevoorzitter1895. Dr. J. G. Yoegler1894. Dr. J. C. de Man1895. Mr. G. N. de Stoppelaar1896. M. Eokker thesaurier 1894. Mr. W. Polman Krusemansecretaris1895. Met het toezicht op de verschillende verzamelingen zijn belast bibliotheekde heer M. H. van Yisvliet (waarnemend) handschriftende heer M. H. van Yisvliet Zelandia illustratadr. E. P. J. Sibmacher Zijnen penningen en munten, mej. M. G. A. de Man; opgezette vogels de heer H. L. Gerth van Wijk zoölogie (voor zoover niet onder andere verzamelingen vallende) dr. J. O. de Man; entomologie de heer P. de Bruijne conehyliëndr. J. O. de Man (waarnemend) mineralia en voorwerpen van geologischen aarddr. J. J. Couvée botanica, de heer A. Walraven en mej. A. P. Ogterop fossilia (alle in den grond of in het water gevonden voor werpen de zoogenaamde steenenkamer) dr. J. C. de Man en de heer J. A. Erederiks de ouderwetsche kamerdr. J. C. de Man en de heer J. A. Erederiks geschiedkundige voorwerpen en zeldzaamheden dr. J. C. de Man en de heer J. A. Erederiks schilderijen, platen en portretten, de heer W D. Luteijn; ethnographische voorwerpen de heer E. A. Erederiks. Bij vergelijking met het laatste gedrukte verslag blijkt, dat de indeeling der verzamelingen eenigszins afwijkt. Dit is deels het gevolg van de verplaatsing van het genootschap naar het nieuwe gebouw waarover straks meer deels van de op 21 Januari 1891 aangenomen wetswijziging, waarbij de bibliotheek en de handschriftenverzameling weder gesplitst werdenevenals vóór het optreden van den heer Nagtglas als bibliothecaris het geval is geweest x). Tot aanvulling van het bovenvermelde diene nog dat het bibliothecariaat van 1885 tot 1890 door dr. J. G. de Man (tijde lijk) en van 1890 tot 1892 door den heer J. J. M. de Borst Yerdoorn werd waargenomen; dat de heer Broek erna als con servator der penningen en munten in 1887 door den heer H. Snijdersen deze in 1889 door mej. Marie de Man werd vervangendat de conservator der verzameling vogelsde heer E. Ermerins, in 1889 overleed en in 1890 door den heer H. L. Gerth van Wijk werd opgevolgd; dat het nog niet gelukt is voor de vacature van bibliothecaris en voor die van conservator der conehyliën (in plaats van dr. Y. Keijzer) definitieve plaatsvervangers te vinden. Bij het vertrek van dr. Y. Keijzer naar Apeldoorn in April 1889bracht de voorzitter hem den welgemeenden dank der 46 heerenjar.v.aftr. 47 Die wetswijziging betrof de volgende artt.: Art. 48. In plaats van »kabinetten" wordt gelezen »verzamelingen." Art. 56 wordt gelezen »Het toezicht over de bibliotheek is opgedragen aan een bibliothecarisdat over de overige verzamelingen aan conser vatoren, allen door het uitvoerend bestuur te benoemen." Art. 81 wordt gelezen »De bibliothecaris zorgt voor de bewaring dei- boeken van het genootschap." Art. 90. In den aanhef vervalt het woord »handschriften." Art. 93 wordt gelezen »Directeuren of leden tot een wetenschappelijk doel de nadere bezichtiging van eenig voorwerp of handschrift verlangen de of wel een of ander wenschende mede te nemenzullen zich daartoe wenden tot den conservatormet het toezicht op de verzameling belast." »Zij ontvangen het voorwerp of handschrift tegen een daarvoor af te geven re«ju en blijven er voor verantwoordelijk." »Voor de uitleening van handschriften kunnen door den conservator bijzondere waarborgen worden gesteld."

Tijdschriftenbank Zeeland

Jaarverslagen en naamlijsten KZGW 1817-1906, 2018 - heden | 1893 | | pagina 17