VERSLAG
GESCHIEDENIS VAN HET GENOOTSCHAP
44
over het tijdvak van April 1893 tot April 1902.
C. L.
der Swalme, J. A. Tak, P. R.
Visvliet en W. J. Zip als zoo-
F. G. Waller, L., te Leiden, 1901.
P. A. Walraven Platteeuw, L., te Soerabaja, 1880.
Dr. H. J. F. A. Wansinka), L., te Middelburg, 1899.
Mr. F. Was a), L., te Leiden, 1899.
Dr. H. Was, L., te St. Oedenrode, 1872.
Generaal Wauwermans, L., te Antwerpen, 1890.
W. J. Wendel, L., te Haarlem, 1879.
George West van Siclen, te New-York, 1887.
J. P. G. Westhoff, L., te Amsterdam, 1861.
F. M. Wibaut, D., te Middelburg, 1888.
Jhr. L. Wichers, L., te 's-Gravenhage, 1894.
Dr. E. Wiersum, L., te Middelburg, 1901.
S. Wigersma Hz., L., te Leeuwarden, 1903.
Dr. L. W. Th. Wigman, L., te Zwolle, 1891.
A. J. Wijnne, L., te Rotterdam, 1892.
Joh. Winkler, L., te Haarlem, 1899.
Dr. E. Wintgens, L., te ■’s-Gravenhage1903.
Mr. C. de Witt Hamer, L., te Goes, 1888.
Mr. C. de Witt Hamer JGz., L., te Zierikzee, 1899.
Mr. J. G. de Witt Hamer, L., te Amsterdam, 1888.
Mr. M. Jacq. de Witt Hamer, L., te Middelburg, 1876.
Alphonse de Witte, L., te Brussel, 1896.
van Woelderenb), D., te Middelburg, 1892.
Z.
Dr. K. ZangemeisterL., te Heidelberg, 1886.
C. F. Zeeman, L., te Zonnemaire, 1883.
Dr. J. Zeeman, L., te Amsterdam, 1865.
Prof. dr. P. Zeeman, L., te Amsterdam, 1901.
C. D. A. Zimmermann, L., te Middelburg, 1901.
W. K. F. Zwierzina, L., te Alphen a/d Rhijn, 1900.
Het aantal directrices en leden, dat volgens de in het
jaarverslag 18851893 opgenomen lijst in April 1893 62
bedroeg, is volgens de thans opgenomen lijst 48.
In dien tusschentijd overleden de directeuren: mr. J.
C. R. van der Bilt, P. de BruyneJ. P. I. Buteux,
H. A. A. baron Collot d'Escury, mr. N. C. Lambrechtsen
van Ritthem, J. C. Lantsheer, mr. J. C. van der Lek
de Clercq, Abr. Luteyn, J. D. Noske, jhr. J. H. Pas
poort van Grijpskerke, jhr. mr. J. F. Schuurbeque Boeye,
mr. N. J. C. Snouck Hurgronje, F. G. Sprenger, mr. J.
G. Sprenger, dr. A. van
van Visvliet, W. P. van
Nadat Hare Majesteit de Koningin op 31 Augustus
1898 de Regeering aanvaard had, werd aan Hoogst-
dezelve bij besluit der vergadering van 4 Januari 1899
het protectoraat des genootschaps opgedragen. Het be
haagde aan Hare Majesteit daarop goedgunstig te beschik
ken ter herinnering waaraan Haar een gouden medaille
geslagen op de stempels van het genootschap, werd aan
geboden. Het genootschap staat thans onder protectoraat
van de beide Koninginnen.
VAN DE
a) Sedert overleden.
b) Heeft inmiddels bedankt.
DIRECTEUREN EN LEDEN.
