104 een geslepen been, gevonden in een vlietberg, toebehoo- rende aan den burgemeester Simonse te Biggekerke, en door dezen aan het genootschap geschonken een oude, wegens zijn vorm eigenaardige bloempot, be stemd om te hangen, in 1897 opgegraven in de vest bij de Seisbrug te Middelburg; een omstreeks 200 jaar oud tegeltje, gevonden onder den grond van een afgebroken huis in de Mostergang op de Markt te Middelburg, geschenk van den heer M. G. Boasson aldaar; 18 werpballen, meer dan een meter diep gevonden onder den keldervloer van het huis Oivilien in de Molstraat te Mid delburg ter plaatse waar vroeger de oude ringmuur der stad de oude gracht en de tweede Koepoort waren. 1898/9. Een maliënkolder, opgegraven in Noord-Beve land, geschenk van den heer A. C. Danckaerts te Kortgene eenige oude kogels, gevonden in den Onrustpolder in Noord-Beveland een fragment van een majolica-bordje, gevonden te Hoo- gelandegeschenk van mr. W. Polman Kruseman een mesheft, gevonden te Zoutelandevan denzelfde; een wapensteen betreffende het geslacht Roosenburg, ge vonden in den tuin van perceel 1 n°. 4 op de Markt te Middelburg en aangeboden door den heer M. G. Boasson aldaar eenige meer of min geslepen paardebeenderengevonden te Ouwerkerk en aangeboden door den heer B. G. van der Have; ofschoon zij niet van de bekende afwijken, zijn zij merkwaardig, omdat de hooge grond, waarin zij zijn ge vonden doet vermoedendat daar een afgegraven en tot nog toe onopgemerkte vlietberg gelegen heeft. Bij de vele en diepe opgravingen voor bet nieuwe riool stelsel te Middelburg is er niets belangrijks voor den dag gekomen. Yoor de oudheidskamer ten stadhuize zijn twee 105 antieke potten en voor het Zeeuwsch Genootschap een klein kruikje bewaard, gevonden tusschen Bellinkbrug en Segeer- straat. In de diepte van de Londensche kade is ook ge vonden een beenen werktuig om touw te splitsen, zooals thans van ijzer gebruikt wordt; men noemt het een marrel- priem of marrelijzer, naar een oud-Hollandsch werkwoord //marren" vlechten). 1899/1900. Een zilveren tookje of rudimentair boeren- oorijzer en een huisring met de letters Y. M. W., beide van oude dagteekening en gevonden in Zuid-Beveland, ge schenk van den heer Joh. Winkler te Haarlem. 1900/1. Eenige monsters klei, uitgegraven uit de Los- kade te Middelburg bij het bouwen der melkinrichting geschonken door den heer A. Reijnierse te Middelburg; een in hout gebeeldhouwde kop, die als ornament ge plaatst was boven de voordeur van den gevel van het af gebroken Museum-gebouw in de Latijnsche-schoolstraat, ge schonken door den heer J. H. Mennes te Middelburg twee kannetjes, opgegraven ter plaatste van het lang ge leden door het water verzwolgen Yalckenisse, geschenk van den heer A. A. Bekaar te Middelburg 1). 1901/2. Eene kruik of zoogenaamde baardman van groo- ten vorm, afkomstig uit Zoutelande; een gevelsteen met de afbeelding van een kat en het Deze gift gaf den conservator Dr. J. C. de Man in de vergadering van 13 Februari 1901 aanleiding iets mede te deelen over den naamsoorsprong en de fata van Valckenisse en Vinckenisse, twee dorpenwelke gelegen hebben bij Fort Bath. Hij wees tevens op een geschrift van Dr. Krull'te 's-Gravenhagewaarin deze verhaalt van de wonderen die zouden ge beurd zijn na het overlijden van Maria Margaretha de Valckenisse ab Angelis, de superieure van een door haar broeder te Oirschot gesticht klooster. Die opschudding heeft veroorzaakt, dat de regeering in den Haag de ter-aarde-bestelling heeft moeten gelasten, nadat zij eene schou wing door den in Zeeland welbekenden anatoom Louis de Bils had doen voorafgaan.

Tijdschriftenbank Zeeland

Jaarverslagen en naamlijsten KZGW 1817-1906, 2018 - heden | 1906 | | pagina 57