126
Genootschap der Wetenschappen". Zooals in het vorige "Ver
slag 1) vermeld werd, was de commissie voornemens bij ge
noegzame deelneming een plaatwerk met begeleidenden tekst
uit te geven betreffende de overblijfselen van kunst en oud
heid welke nog in Zeeland worden aangetroffen. Als voor
bereiding daartoe werden gedurende een aantal jaren onder
leiding van den secretaris dier commissie, den heer J. A.
Frederiks, de noodige opmetingen verricht en tal van mo
numenten en hunne onderdeelen in teekening gebracht. Het
Zeeuwsch Genootschap had zich zijnerzijds verbonden als
waarborg, in geval van mislukking der uitgaaf, eene som
van 200 beschikbaar te stellen ter bestrijding van de
kosten eener proefaflevering. Bij de samenstelling dier proef-
aflevering bleek echter, dat aan de verwezenlijking van het
denkbeeld zulke groote bezwaren verbonden waren, dat de
commissie daarvoor terugdeinsde. Alleen door de aanstelling
van een vast en bezoldigd personeel, dat zich gedurende
eenige jaren aan die taak zou kunnen wijdenzou eene ge
regelde voortzetting van zoodanig werk verzekerd mogen
heeten. De commissie zag daarom van het plan af en stelde
aan het bestuur van het Zeeuwsch Genootschap voor, om,
tegen betaling der gemaakte kosten ad 227,50, aan het
Genootschap ten behoeve van de Zelandia Illustrata de door
haar bijeengebrachte portefeuilles af te staan; nadat daar
toe bij de begrooting de noodige gelden waren toegestaan,
is aan dit voorstel gevolg gegeven.
Omtrent de werkzaamheden dier commissie moge hier
herinnerd worden, dat in 1898 met gunstigen uitslag werd
opgekomen tegen een plan van kerkvoogden der Nederduitsch-
Hervormde gemeente te Bruinisse, ora de oude XYe-eeuw-
sche kerk gedeeltelijk af te breken en een nieuw stuk daar
voor in de plaats te bouwen. Reeds was de aanbesteding
127
van het werk in de dagbladen aangekondigd, toen een open
brief van den secretaris dier commissie, den heer J. A.
Frederiks, aan kerkvoogden verscheen, met dit gelukkig
gevolg, dat een onderzoek van deskundigen werd ingesteld
en de kerk, na aanbrenging van eenige inwendige wijzi
gingen, in haar oorspronkelijken toestand behouden bleef.
Yerder trad de commissie o. a. met goed gevolg in de
bres voor het behoud van het haven-monument te Middel
burg en voor de bewaring van de van de restauratie van
het stadhuis aldaar afkomende beelden.
De Commissie tot het doen van metereologische waarnemin
gen op den Oceaan geeft geene aanleiding tot bijzondere
bespreking, terwijl door het bestuur van het Zeeuwsch
Genootschap tot bestuurslid van de Afdeeling Middelburg
van het Instituut voor Doofstommen te Groningen in plaats
van wijlen den heer N. C Lambrechtsen van Ritthem be
noemd werd de heer Dr. R. Bijlsma.
W. POLMAN KRUSEMAN.
i) BI. 122.