Het handschrift telt circa 120 pagina's en is gebonden in een zeer fraaie geheel leren band met goudbestempeling met op de rug vijf goudstempeltjes van een vogel op een tak. Het is gemaakt door de zogenoemde Middelburgse Okkerman binderij, een van de vele binderijen die Middelburg in de achttiende eeuw tel de. Middelburg was immers, na Amsterdam en Den Haag, de toonaangevende stad op boekbandgebied. Van de genoemde binderij zijn maar drie exemplaren in openbare collecties bekend: twee in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag en een in Museum Meermanno| Huis van het boek, eveneens in Den Haag. Nu is er dus een vierde in Middelburg in de collectie van het Genootschap en in bruikleen bij de Zeeuwse Bibliotheek. De benaming Okkermanbinderij is een noodnaam en zo genoemd naar de man die het belangrijkste boek uit die binderij in zijn bezit had, gezien de opdracht in dit exemplaar, Hermannus Okkerman. Deze was eer ste commies en kassier 'ter Comptoire Generaal van Zeeland. De vonnissen zijn onder meer afkomstig uit: oud gulde register (vijftiende eeuw), 2e ruijg register (circa 1550) en 3e ruijg register (begin zeventiende eeuw). Deze registers bevatten de vonnissen in criminele zaken uitgesproken door de vierschaar van de stad Middelburg. Verder zijn er uitspraken afkomstig uit het 2e register ter vierschaar (midden zeventiende eeuw), register ten rade (zeventiende eeuw), secrete notulen, etc. Onderzoek naar de in het Zeeuws Archief aanwezige 'ruige' registers zal moe ten uitwijzen in hoeverre ons register overeenkomt met die in het archief en of er in ons handschrift vonnissen voorkomen die niet meer zijn overgeleverd. Wie het geschreven heeft, waarom het excerpten zijn uit verschillende rechterlijke regis ters en waarom er zo'n prachtband omheen zit, is vooralsnog een mysterie. Voer voor onderzoekers! Ik geef tot slot een paar voorbeelden van inschrijvingen van een vonnis in het aangekochte exemplaar: Kerkdief: Leenard Lambregtsen wierd gesteld op de knape daar sijn regter oor wierd afgehouwenomdat hij uyt een kerkgestoolen had Kind verdoen: Francina Jacobs had haar kind verdaan (vermoord), wierd eerst gewurgd dan verbrand, buyten de Dampoort aan een staak gezet ter exempel Sodomie: Bastiaan van Mierink levendig tot pulver verbrand met con fiscatie van goed omdat hij met een koeije had te doen gehad. Alvorens moest de koeije in sijn bijwesen gedooid werden en dan tegelijk met hem verbrand worden, den 4 maart 1604. 98 2018

Tijdschriftenbank Zeeland

Jaarverslagen en naamlijsten KZGW 1817-1906, 2018 - heden | 2018 | | pagina 100