Overige Naturalia De conservator G.R. Heerebout bericht als volgt: Een groot deel van het verslagjaar verbleef de conservator voor werk in het bui tenland. Na terugkomst heeft hij veel tijd besteed aan de xylotheek, een verzame ling kleine houten plankjes, ooit aanwezig in het kabinet van de Middelburger PJ. Serlé en in 1806 aan het Genootschap geschonken. De xylotheek is de oudste die in Nederland bewaard gebleven is. Het zijn plankjes van inlandse en West-Indi sche houtsoorten. De geschreven catalogus die erbij hoort (G 2520-b), geeft voor de West-Indische soorten alleen maar de lokale namen. Gelukkig zijn er een aan tal jaren geleden (2002 en 2003) bij de universiteiten van Wageningen en Utrecht publicaties verschenen waarin namen genoteerd zijn, gebaseerd op interviews van de lokale bevolking. Nu kunnen na ruim twee eeuwen de houten plankjes ge- identificeerd worden en een wetenschappelijke naam krijgen. Bijzonder is dat veel namen van bomen (dat zijn wel andere soorten) ook voorkomen aan de westkust van Afrika. Zo wordt er iets van de vroegere slavenhandel zichtbaar. Het onderzoek naar de vroegere conservatoren naturalia ten behoeve van op te stellen biografieën werd voortgezet. Bijlage 1. Lijst van opgeviste skeletdelen Het materiaal van de bottenvistocht bestond voornamelijk uit skeletdelen van primitieve vinvisachtigen (Cetotheriidae) en van primitieve echte walvissen (Ba- laenidae), alsook uit wat skeletdelen van andere diergroepen. 1. Perioticum (binnenoor met slakkenhuis en evenwichtsorgaan) van een heel primitieve walvis Parietobalaena; goed bewaard; Mioceen; zeldzaam (voor het eerst uit de Westerschelde); belangrijk. 2. Onderkaak, fragment van een kleine Cetotheriidae (vinvisachtigen); goed be waard; Mio-Plioceen; zeldzaam; belangrijk. 3. Spaakbeen (radius) van een kleine walvisachtige met diepe haaienbijtsporen; licht geërodeerd; Mio-Plioceen; erg zeldzaam en uitzonderlijk; redelijk belangrijk. 4. Draaier (tweede halswervel) van een kleine Cetotheriidae; vrij sterk geëro deerd; Mioceen; vrij algemeen; weinig belangrijk. 5. Schouderbladdeel van een kleine walvisachtige; vrij sterk geërodeerd; Mio-Plioceen; redelijk zeldzaam; weinig belangrijk. 6. Borst/lendenwervel van een kleine (jonge?) mammoet; redelijk bewaard (geen groeischijven, wel met gaaf doornuitsteeksel); laat Pleistoceen; algemeen (maar wordt vrij zelden opgevist in de Westerschelde); weinig belangrijk. 30 2017

Tijdschriftenbank Zeeland

Jaarverslagen en naamlijsten KZGW 1817-1906, 2018 - heden | 2018 | | pagina 32