collectie paste, een andere goede bestemming te geven, kreeg ons Genootschap de prent van de val van Antwerpen. Deze prent past goed bij twee andere prenten die het Genootschap in bezit heeft, over de gebeurtenissen aan het eind van de zestiende eeuw, toen de Souburgse Philips van Marnix, heer van Sint Aldegonde, burgemeester was van Antwerpen. Marnix was de rechterhand van Willem van Oranje en die droeg hem op de stad te beschermen tegen de Spanjaarden. De stad was tijdelijk de hoofdstad van de Nederlandse Opstand terwijl de rest van Vlaanderen al bezet was door de Spanjaarden. Tijdens het beleg van Ant werpen, dat in juli 1584 begon, had de Spaanse Alexander Farnese, de hertog van Parma, een enorme brug van platbodems laten maken om de Schelde af te sluiten en zo te verhinderen dat de Geuzen de Scheldestad konden bevoorraden. Farnese was in 1582 landvoogd van de Nederlanden geworden en wilde Antwerpen weer in bezit krijgen door de stad uit te hongeren. De burgemeester, Marnix van Sint Aldegonde, bedacht samen met Filips van Hohenlohe, legeraanvoerder in dienst van Willem van Oranje, een list en stuurde brandende schepen op de brug af. Dat ging niet helemaal van een leien dakje. Een brandend 'kasteel' was zo zwaar dat het zonk voor het de brug had bereikt. Enkele andere schepen haalden de zwaarbewaakte brug wel. Er vielen vele doden. Guicciardini spreekt van acht honderd. Ondanks de heftigheid van de strijd, lukte het niet zomaar om het beleg te breken. Vanuit Vlissingen werden voedseltransporten voor de stad geregeld, maar ook dat mocht niet baten. De situatie werd steeds slechter voor de inwoners van de stad. Vooral de katholieken drongen aan op onderhandelingen. Marnix tekende op 17 augustus 1585 de vrede en daarmee werd de val van Antwerpen een feit. Van Aldegonde werd als landverrader gezien omdat hij had onderhandeld. Aanvankelijk waren hij en zijn vrouw en kinderen niet meer welkom in Souburg. Nadat verschillende gezagsdragers hun mening over hem hadden bijgesteld, werd het voor hem een prettige plek, waar hij zich kon wijden aan het schrijven. Zijn eerherstel kwam echter pas in 1872. Toen werd de gedenknaald in Souburg ont huld en werd Marnix van Aldegonde door vele Vlaamse en Zeeuwse organisaties geëerd als een geleerd en geletterd man, een welsprekend redenaar, kundig di plomaat, moedig veldheer en achtenswaardig edelman. Zie: R.M. Rijkse, Marnix van Sint Aldegonde: God, Nederland en Oranje, in: Philips van Marnix van Sint Aldegonde, Antwerpen, 1998. Meer dan een eeuw later spreekt het opblazen van de brug van Farnese nog steeds tot de verbeelding en de prentmaker Coenraet Decker, maakte er een ets van. Bovenin heeft hij een tekening gemaakt van het ingenieuze 730 meter lange AANWINSTEN 69

Tijdschriftenbank Zeeland

Jaarverslagen en naamlijsten KZGW 1817-1906, 2018 - heden | 2018 | | pagina 71