Voorwoord
5
Katie Heyning
Al tweehonderdvijftig jaar publiceert het Zeeuws Genootschap de jaarver
slagen van besturen, werkgroepen, commissies en conservatoren in de
jaarboeken. Eerst in de Verhandelingen, daarna in de Nieuwe Verhande
lingen en vanaf 1856 in Archief. Voor het onderzoek naar de activiteiten van het
Genootschap leveren deze verslagen een schat aan gegevens op, voor het recon
strueren van de geschiedenis van de verzamelingen zijn zij onmisbaar. Het jubi
leumboek Van Wijs en Waan had zonder deze jaarverslagen nimmer geschreven
kunnen worden. De papieren archieven van het Zeeuws Genootschap zijn na
melijk al lang niet meer volledig. Tegen de tand des tijds bleken zij niet bestand.
Dankzij de grote oplage van de jaarboeken bleven de gedrukte verslagen echter
wel compleet voor het nageslacht beschikbaar.
Ook voor de toekomst is het van het grootste belang dat het Genootschap haar
eigen activiteiten schriftelijk vastlegt. Latere generaties moeten op deze verslagen
terug kunnen vallen. De activiteiten van het Genootschap veranderen, besturen
en commissies leggen verantwoording af, de verslagen van werkgroepen geven
een beeld van hetgeen binnen de vereniging leeft. Voor de verzameling geldt dat
deze onherroepelijk blootstaat aan calamiteiten als breuk, diefstal, vermissing,
motvraat, brand- of waterschade. Ook over restauraties wordt door verschillende
generaties anders gedacht. Wat in 2019 mogelijk is, wordt over vijftig jaar wellicht
als totaal onverantwoord gezien en dan is het goed om te weten wat er precies
gebeurd is. Alleen digitale verslaglegging voldoet hier niet. Wie zegt dat onze
digitale versies in 2069 nog leesbaar zijn? De floppy-disks waar wij twintig jaar
geleden mee werkten, zijn inmiddels massaal de prullenmand in gegaan. De daar
op opgeslagen informatie is daarmee ook gedeeltelijk verdwenen. Lang niet alles
werd opnieuw ingelezen. Papieren verslaglegging is zo gek nog niet.