bruikleen in het Zeeuws Museum onder inventarisnummer G20-002. In dezelfde maand droeg Genootschapsvoorzitter Hugo Schorer een aardewerken bord uit de nalatenschap van mw. H.S.F. Schorer-Teding van Berkhout aan het Genoot schap over. Het bord met een voorstelling van twee bordurende dames werd ge maakt ter gelegenheid van het 150-jarig bestaan van de Vrouwelijke Handwerken Walcheren. Ook dit bord werd overgedragen aan het Zeeuws Museum onder in ventarisnummer G02-001. Munten en Penningen De conservatoren drs. K-J.R. Kerckhaert en M. Sanderse berichten als volgt: Ondanks de zeer beperkte toegang tot de collectie door de coronamaatregelen kon toch enige voortgang geboekt worden in de inventarisatie ervan. Van de mid deleeuwse munten is nu ongeveer de helft ingevoerd in de database. Verder is begonnen met de registratie van de collectie penningen. Het grootste gedeelte van de middeleeuwse collectie zijn munten gevonden in Zeeland. In het verleden heeft het Zeeuws Genootschap een actief verzamelbe leid gevoerd door vondsten op te kopen. Onder meer de bijzonder grote collectie sceatta's en tremises zijn hieraan te danken. Gedurende de zevende en achtste eeuw waren deze kleine muntjes gangbaar in het handelsverkeer. De zilveren sce atta's circuleerden in het Noordzeegebied, met name in Engeland, Denemarken en Friesland, dat zich destijds uitstrekte van het Zwin tot de Weser. Gouden tre- mises waren gangbaar in het stroomgebied van de Rijn. Enige voorbeelden: 54 2020 GM3937, een zilveren sceatta van het Wodan-type. Diameter 11,5 mm, 0,81 gram.

Tijdschriftenbank Zeeland

Jaarverslagen en naamlijsten KZGW 1817-1906, 2018 - heden | 2020 | | pagina 55