oio
0
0
0
0
0
0
DRAADLOOZE PRAATJES
ONTSPANNINGS
RUBRIEK
et. m
POSTZEGELRUBRIEK
PRIJSRAADSEL No. 2
SCHAAKRUBRIEK
15 .65 d4
16. e3 d4 Ta8e8
Stand na 16. Ta8e8»
KATHOLIEKE ILLUSTRATIE
43
(DOOR JOH. SCHNABEL)
'n Moeilijke vraag
Dezer dagen werd ons in verband met de Rotter-
damsche Radio-têntoonstelling de volgende vraag
gesteld (door K. S. te Oosterhout) „Hiermede in
verband zou ik gaarne vernemen, welk toestel, in den
prijs van 250*tot 300*thans aan de meest te
verwachten eischen voldoet
Dê vraag lijkt ons wel van meer algemeen belang
vandaar, dat we er wat dieper op in willen gaan.
Om de vraag te kunnen beantwoorden, zouden we
op de eerste plaats moeten weten, welke eischen aan
den ontvanger gesteld zullen worden» Is de toekomstige
toestelbezitter muzikaal, of iemand, die muziek „wel
aardig" vindtis 't een man, die technisch wat op de
hoogte is of dit althans komen kan, of zijn aspiraties
alleen gaan naar de voornaamste omroepstations, naar
de z. g. krachtstations, of wil hij ook luisteren naar alle
mogeiijken onmogelijke korte-golfstationsDit zijn dan
de op grooten afstand gelegen zendstations, welke
meestal met vrij geringe energie dikwijls zeer
fraaie programma's uitzenden. Stations als Barcelona,
Rome, New York e. d. zijn echter lang niet regelmatig
te hooren en er behoort een zekere bedrevenheid in
het bedienen van een ontvanger toe, om ze ooit te
hooren te krijgen. Dergelijke stations komen soms
een geheelen avond keurig hard door zij t ook met
min of meer sterk opvallend sluier-effect terwijl
zij een anderen avond met de beste wil van de wereld
niet te ontvangen zijn. Het kan zelfs voorkomen, dat
men een ver afgelegen station hoort en weken daarna
't soms niet meer kan krijgen. Daar zijn n. 1. dagen
of liever avonden dat een ontvangst over geweldig
grooten afstand mogelijk is de toestand van de atmos
feer schijnt hierin een belangrijke rol te spelen.
Laten we thans de verschillende eischen, welke aan
een ontvanginstallatie gesteld kunnen worden, wat
nader formuleeren en wel in de volgende categorieën
1) perfecte weergave
2) makkelijke bediening
3) uitsluitend de groofe stations?
4) ook de belangrijkste op grooten afstand gelegen
stations
5) wat voor antenne t
Ziedaar enkele vragen, welke men zich niet alleen
heeft te stellen, doch welke ook terdege onder de oogen
gezien moeten worden.
Het eerste punt omvat natuurlijk ook het toestel,
maar toch meer in het bijzonder den weergever. De
absoluut muzikale luisteraar zal vermoedelijk nooit de
muziek, voortgebracht door een hoornluidspreker,
kunnen appricieeren. Hij verlangt een goeden conus-,
zoo mogelijk een electro-dynamische luidspreker.
Vanzelfsprekend heeft het geen doel, een prima speaker
te zetten achter een min of meer slecht toestel. Een
goedkoop apparaat fc^hoeft echter niet altijd slecht
te zijn Evenmin als een zeer duur apparaat persé
niet anders dan prima kan zijn.
Punt 2 makkelijke bediening is ook een vraag
van belang. Iemand, die absoluut geen notie van „radio"
heeft en bijv. te oud is, om nog eenig begrip van de
techniek te krijgen, zullen we maar geen raam-ont-
vanger aanraden. Nu zijn daar wei handelaren, die 't
geweldig eenvoudig vinden, maar we weten uit erva
ring, dat zoo'n apparaat niet veel waard is in handen
van leeken. Nu zijn we überhaupt geen groote voor
standers van raam-ontvangst, bijv. ook al, omdat er
méér lampen gebruikt moeten worden dan bij buiten-
antenneontvangst.
Wilt u uitsluitend de grootere stations (punt 3) be
luisteren, zooals Daventry, Parijs, Koenigswuster-
hausen, Langenberg, Huizen, Hilversum en nog en
kele, dan kunt u met een gewoon drie-lampstoestel
wel volstaan met een antenne van 'n meter of 20 enkel-
draads.
Wil men alle mogelijke stations uit den luidspreker
laten komen, dan kan ook 't drie-pittertje nog van dienst
zijn is daarvoor, mits uitgerust met moderne lam
pen, zelfs zeer goed bruikbaar maar we moeten er
dan zwaardere eischen aan stellen, bijv. wat betreft
storingsvrijheid.
'n Modern vierlamps toestel eindelijk, geeft alles,
wat we redelijker wijze gesproken, verlangen kunnen,
op een kleine buitenantenne, maar zelfs ook nog vrij
veel op een binnendraadje.
Méér lampen dan 4 achten we overbodig, of 't moest
dan zijn voor raam-ontvangst. Opmerkelijk is, dat de
modernste wisselstroom-ontvangers, welke we op de
jongste radio-exposities hebben gezien, bijna allemaal
met 3 of 4 lampen waren uitgerustzelden met meer.
En we hebben wel jaren gehad, dat de 5 of 6 lampen
hoogtij vierdenGelukkig is die tijd nu voorbij.
Ten slotte nog een kort woord of het vijfde punt
wat voor antenne Indien eenigszins mogelijk, doet
men altijd het beste een buiten-antenne te spannen. En
bij gebruikmaking van de tegenwoordige ontvanglam-
pen behoeft zoo'n antenne niet meer als vroeger 40, 50,
ja 60 meter lang te zijn en dan liefst nog drie draden
naast elkaar, maar is een enkele draad van twintig,
hoogstens 30 nieter voldoende.
Correspondentie
P. W.t keuzen. U kunt het door u gevraagde schema
voor het zelf-vervaardigen van een plaatspannings-
apparaat gratis bekomen bij de fa. van Seters, Nassau
Ouwerkerkstraat 3, den Haag.
K, 5., OosterhouL Wij mogen u geen toestellen op
geven men zou ons lvan eenzijdigheid kunnen ver
denken. Laat u door een goeden handelaar verschil
lende toestellen demonstre eren.
C. A. Kt BandjermasinWij zullen uw vragen schrif
telijk beantwoorden. Stelt u zich intusschen eens in
verbinding met „Radio Holland", Zuiderweg, Tand
jong Priok. Daar kunt u vele gewenschte inlichtingen
verkrijgen.
CHRISTENDOM EN PHILATELIE. III
De Vereenig de Staten, Italië
In 1928 vierden de Vereenigde Staten de 150-
jarige herdenking van 't waken bij de wapens in Valley
Forge (de Forge-vallei). En op dezen postzegel werdj't
Kelloggpact in toepassing gebracht. #t Is geen afbeel
ding waarop 'n oorlogstafereel werd voorgesteld, geen
wapens, geen generaals in oorlogscostuum, maar 'n
beeld des vredes. George Washington, de eerste
Amerikaansche president, geknield in gebed verdiept.
En er onder staat „In God we trust". Wij gelooven in,
betrouwen op God. 'n Werkelijk mooi idee, dat na
volging verdient en dat we in gelijken zin meerdere
malen hopen terug te vinden op Amerika's zegels.
Italië, dat in 1910 nog 'ns extra de misdaad van pl.m-
50 jaar terug aandikte, door Garribaldi te herdenken
ter gelegenheid van de bezetting van Sicilië, herstelde
dit door in 1923 *t derde eeuwfeest te herdenken van
de Congregatie der Propaganda Fide. Christus werd
toen ten minste afgebeeld in de vervulling van zn Zen
ding. De Heiland, wiens hoofd door 'n aureool werd
omgeven, geeft met opgeheven hand aan zijn apostelen
de evangelische missie Predikt 't Evangelie aan alle
schepselen. Zij hooren deze woorden met vroom ge
moed aan, een van hen heeft reeds een pelgrimsstaf.
Ook herdacht Italië Dante's zesde eeuwfeest met *n
drietal zegelsallereerst z'n werk 't Goddelijk
schouwspel. De tweede zegelafbeelding was 'n engel
met z'n boek in de hand, waaromheen stond Eere
aan den verheven dichter. En ten slotte de gelauwerde
Dante-figuur in 'n zetel, met z'n handen 't standaard
werk omknellend.
In 1926 bij 't 7e eeuwfeest van den Serafijnschen
vader, den H. Franciscus van Assisië, bood Italië
der postzegel-wereld 'n 5-tal fraaie afbeeldingen voor
de St. Franciscus-her den king. De heiligen uit de Mid
deleeuwen, die godvruchtige religieuzen vooral, waar
van de herinneringen de eeuwen door bijgebleven zijn
en waarvan de beschaving nog altijd floreert, zijn ook
op den postzegel afgebeeld» St. Franciscus met z'n
onsterfelijke liefde voor de armoede en voor de zuiver
heid St. Franciscus van Assisië, de zoon van'tschoone
Umbrië, de groote middeleeuwsche heilige en
ordestichterde Serafijnsche vader was één van hen.
Italië kon dus niet beter gedaan hebben. Het moei
lijke Was op 'n waardige wijze dezen grooten hervormer,
dezen fieren held tè herdenken. Eigenlijk zou 'n Fra
Angelico of *n Pérugin noodig geweest zijn om de
groote figuur uit te beelden» Ze waren er niet, maai
toch zijn ze er in geslaagd 'n bijna onberispelijk cliché
gereed te maken, terwijl ook de techniek van de
drukkunst zich gegeven heeft, zooals ze zijn kon.
Vandaar dan ook de fijne uitvoering, en de opvallende
fraaiheid der zegels. Maar behalve op de 20 c. is 't niet
diep doordringende bezieling, die Franciscus eigen
was.
Waar we toch wei mogen weten, wat er op de zegels
is afgebeeld en waarom, zullen we daarover den vol
genden keer nog 't een en ander mededeelen.
Op onderstaand quadraat, dat uit viei en zestig
vakken bestaat, moeten acht munten dusdanig worden
verdeeld, dat op elke horizontale en verticale lijn
slechts één geldstuk ligt. Dit vraagstuk noemt men
in de schaakwereld ,,Het acht-Koninginnen-probieem",
wijl geen der Koninginnen een andere slaan kan.
Oplossingen voor 17 October te zenden aan de
Redactie van de Katholieke Illustratie, Nassaulaan
49, Haarlem. Onder de goede oplossers verloten wij
een dames- of heereiirijwid
Alles betreffende deze rubriek te adresseeren aan
den Schaakredacteur van de „Katholieke Illustratie".
OPLOSSING PROBLEEM No. 33
(Auteur FGamage
De diagramstand was
WitKa6, Dc8, Tb4, Td 4, Pb6, Lhó, LI17, pionnen
a2, b7.
Zwart; Kc 3, Dc 6, Pb 1, Pa 5, pionnen a 3,
b 5. d 7.
Mat in twee zetten
1. Td4114 en nu volgt op
1. d7d5 1. Pas04
2. Dc8113 f
j (Jy^6
2. Tb4b3 f
Pbi—da
i
2. Dc8h8 f 2 Lk6gvf
1. Dc6—05 1.Dc6c8
2. Pb6d5 f 2. Pb6—dsf
Een buitengewoon fraai probleem. De sleutelzet is
schitterend, terwijl de varianten, die na het opspelen
van den d-pion ontstaan, zeer elegant zijn.
Hoewel het de gewoonte niet is, de oplossing van
een tweezet in alle varianten te geven, heb ik gemeend
hier een uitzondering te moeten maken, daar anders
allicht eenige der fraaie varianten aan de aandacht
der lezers zouden ontsnappen.
Het probleem werd in 1910 bekroond met een eer
sten prijs.
OPLOSSING EINDSPEL No. 34
(Auteur F. Sackmann
De diagramstand was
Wit Kh6, pionnen d4, a$, d5, 6.
ZwartKh8, pionnen £2, b5, g5, hj, g6.
Wit forceert de winst als volgt
Wit. Zwart.
1. a5a6 f2fi is D.
2. a6a7 Dfiai (a)
3. f6f7 Daia3 gedw.
4. d5d6 Da3f3 gedw.
5. d4d5 l wint.
(a) 2. Kh8g8
3. a7a8 is D en f Kg8f7
4. Da8b7 IÖ7 fé
5. Db7g7f enz. wint.
Een zeer leerzaam eindspel.
Het volgende interessante partijtje is uit een simul-
taan-seance van dr. Lasker en ontleen ik aan „Het
Tijdschrift van den N. S. B.".
Wit Amateur
Zwartdr. E. MLasker
Wit. Zwart
1. Pgif3 d7dj
2. C2C4 dj C4
3. Ddi24 f Pb8—c6
4. Da4 C4 ey05
5. g2—g3 Lf8d6
Slecht ware Lc8e6 wegens Dc4b5 met aanval
op b7 en e5,
6 Lfig2 Pg8—€7
7. oo Lc8e6
8 Dc4C2 0—0
9* d2d3 Dd8d7
10. Tfidi Leóg4
11. Pbi—d2 f7fj
12. e2e3 f5f4
13. a2a3
Dat is een concessie aan de zwakte van pion d3*
13. £4
14. f2 e3 Pe7~~dj
15. d3d4
Maakt ruimte omPd5 03 met Db3 f te beantwoorden.
a b c d e /f g h
17. H3g5 Pdj16
18» Tdifi I17—h6
19. Tfi f6 g7 f6
20. Bc2g6 f Dd7*g7
21. Lg2—-djt Kg8h8
22. Pg5£7 f TfB f?
En Wit geeft op, omdat pion d4 verloren gaat en de
oren van e8 het witte spel binnendringt.