Met Pluvius' rijken zegen waren we gezamenlijk naar de Zeeuwsclie beem den getogen» De fotograaf en ik» De Nederlandsche Spoorwegen brachten ons ieder met een verkoudheid tot Goes, waar niet minder dan acht café's de trooste- looze markt vergeefs poogden op te luisteren en lieten ons op het station achter met de keus, rijdend dan wel loopend naar Ierseke te gaan» Wanneer je het gehobbel over den ellenlangen straatweg tenminste nog met „rijden" kunt betitelen» Een plotselinge dou che deed ons tot het eerste besluiten» Als vurige naalden doorpriemden de gloeiende oogen van onze Ford-autobus het dichtgrijze mistgordijn, dat tegen den avond over de Zuidelijke Bevelanden was neerge daald en soms klonk het rauwe gesnerp van een versleten claxon via uienvelden en beet wortelplantages langs den stillen heirweg» „Aanstonds zijn we er!" stelde het illu stratieve element van ons gezelschap me gerust» En werkelijk even later kropen we door de nauwe slagaders van Ierse ke tot in 't hart van het dorp» Den naasten morgen bleek het een vriendelijk plaatsje te zijn met een tamelijk nieuw raadhuis en keurig schoon geschrobde straten» De bevolking vertoonde zeer vrede lievende neigingen en knikte ons minzaam goeden dag» Wat de meiskens van 't pijpenland aan gaat, ze zijn erg conservatief öf ultra-modern» Je ziet te afwisselend in de prachtige Zeeuw- sche dracht en op hooggehakte schoentjes, getooid met bobby-kopjes (voor alle securi teit vermeld ik, dat ze niet knikten Het inwonerstal bedraagt 4000 zielen, die voor 't meerendeel direct of indirect van de oester- en mosselenteelt bestaan» Natuur lijk bekleedt de oestervisscherij de voornaam ste plaats, en sukkelt het mosselenbedrijf er achteraan» De oester is de aristocraat onder de plaatkieuwige weekdieren en wordt ook vorstelijk betaald, namelijk 15 a 20 ct» per stuk» De mossel fungeert in deze samen leving als proleet en vertoeft bij voorkeur in slik en modder» Vamdaar dat haar culinaire waarde aanmerkelijk lager is en ze slechts Aan boord van een mosselenhengst op de ScheldeMet groote slagrijfen wordt de vangst binnen boord gehaald De korwaarmede de mosselen van de banken worden geschraaptZij heeft een in honds ver mogen van 300 K. G» f 2*50 per baal opbrengt» Voor een derge lijke verblijfplaats zou de oester zeker haar neus ophalen, wanneer ze het niet zonder kop had moeten stellen» Zij schijnt zich van 's menschen voorliefde jegens haar wel degelijk bewust te zijn en eischt deswege een betere behandeling dan haar soortgenoot» Je kunt haar bezichtigen in groote bakken stroomend water, waar ze teeder verzorgd wordt door lieftallige jongedochters, wier fijne voetjes in enorme kaplaarzen gestoken 2ijn» We werden behulpzaam naar de haven geloodst om daar het mosselenbedrijf in volle werking gade te slaan» De Schelde bood dien dag een indruk- wekkenden aanblik» Een blauw-grijze met paars doorschoten lucht overkoepelde de Zeeuwsche wateren en de zon wierp haar bundels trillend licht op de wiegelende gol ven. Gouden vonken dansten op de schui mende kruinen van het bruisende nat en aan den gezichtseinder vervloeide het water in zacht-gele tinten» Langs een geïmprovi seerde ladder aan de kaai daalden we om zichtig af in een stevige roeiboot van de firma Bom-Pikaar te Ierse ke en tuimelden ondanks alle behoedzaamheid over een dwars balk op onze zitplaatsen» Onze stuurman laveerde behendig door een bosch van treu rende, doode takken, die loodrecht in het water stonden en me aan de radio-masten op de Rotterdamsche daken deden denken. De Nederlandsche Staat heeft een gedeelte der Oosterschelde in perceelen onderverdeeld en deze aan gegadigden verpacht. Ieder per ceel is met een viertal takken afgebakend, waardoor de mogelijkheid is uitgesloten, dat de mosselenvisscher op het jachtterrein van z'n buurman kan gaan stroopen, wat natuur lijk zeer onaangename gevolgen zou kunnen hebben. Op de oppervlakte van elk perceel huizen genoeg mosselen om er duizend balen mee te vullen. In een wijde bocht voeren wij om het morselenschip, dat door de ex perts voor hengst wordt uitgemaakt. Aari welke hoedanigheid de boot deze benaming te danken heeft, is mij tot dusver een onop gelost raadsel gebleven. Van verre zagen wij de bemanning ijverig in de weer, de mosselen Een „hengst*' vaart ter vangst de haven van Jerseke uit Naar het Land der Mosselen

Tijdschriftenbank Zeeland

de Katholieke Illustratie | 1928 | | pagina 7