De familie Smallegange op 1 juli 1914 vereeuwigd door fotograaf Jac. Pagé. Het zijn v. 1. n. r. J. Smallegange (1872 - 1956), M. Smallegange- de Vrieze (1877 - 1928), A. P. (Steur-) Smallegange (1901 - 1942), J. M. (Veth-) Smallegange, geb. 1903 en W.A. Smallegange, geb. 1899. Ze staan voor de huidige in 1912 gereed gekomen schuur, gedeeltelijk zichtbaar een Albion grasmaaier en een ros. Dit laatste was een werktuig om paardekracht om te zetten in een ronddraaiende beweging. Onder de golvende dakvorst (zie foto) kwamen de resten van de stolpcon- structie te voorschijn. Juist voor de hooioogst in genoemd jaar was de nieuwe schuur (32 x 12 meter) gereed. Op een foto uit 1914, waarop het echtpaar Smallegange-De Vrieze met hun 3 kinderen poseren, is dit ge bouw te zien. W.A. Smallegange zette in 1925, na zijn huwelijk met Maria Moermond, het bedrijf voort. Ook de functie van hoofdingeland zou hij van zijn va der overnemen. In de crisistijd van de jaren dertig werden door de Ned. Heide Maatschappij weilanden gespit en geëgaliseerd. Tijdens de oor logsinundatie, toen Schouwen-Duiveland ,,Sperrgebiet" was, kon de fa milie Smallegange er blijven wonen. Er was schade aan gronden en land bouwgewassen. Eeuwenoude bomen stierven. Een uitzondering vormden de grote meidoorns aan de inlaagdijk waar honderden meikevers huis den. Helaas was de ramp van 1953 het meest ingrijpend. Cultuurtechnische werken tezamen met dijkaanleg en dijkverbreding maakten deze hof stede en omgeving bijna onherkenbaar. Maar gelukkig kon de huidige bewoner met zijn gezin dit eeuwenoude landbouwbedrijf voortzetten. 102

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1976 | | pagina 104