TERUGBLIK NA VIER EEUWEN OP HET BELEG
VAN ZIERIKZEE 1575-1576
DOORW.H. KEIKES EN H. UIL.
"Het belegeren en innemen van steden blijkt tijdens de Tachtigjarige
oorlog de voornaamste militaire activiteit te zijn.
Al het andere is daaraan ondergeschikt gemaakt. Dit had tot gevolg
dat de stadsbewoners bijzonder nauw bij het oorlogsgebeuren werden
betrokken. Voor de meesten veel nauwer dan hun lief was.
A. Alberts 1)
INLEIDING
Een zilveren ketel met comfoor was de beloning van het stadsbestuur
van Zierikzee aan ds. Johs. van de Velde wegens diens redevoering
op 6 november 1776 ter herdenking van de bevrijding van het Spaanse
juk in 1576. 2
Ook het armlastig deel van de burgerij kon een graantje meepikken;
zij ontving een "toeleg tot een gedagtenisse wegens de viering van het
Twee hondertjaarige Eeuwfeest der verkregen vrijheijd in den Gods
dienst en Burgerstaat" 3).
Er was alle reden om de gelukkige afloop te gedenken na een slopende
belegering, gevolgd door overgave aan de vijand. Toch zijn er geen
aanwijzingen, dat ook al in 1676 een herdenkingsplechtigheid heeft
plaatsgevonden, terwijl in 1876 het "feest" beperkt bleef tot een "ge-
costumeerde voordracht" met muzikale medewerking van "Kunst en
Eer" in de concertzaal 4).
Nu, na vier eeuwen, lijkt een geschikt ogenblik aangebroken om nog
eens een terugblik te werpen op de belegering van Zierikzee.
Hoewel aan deze militaire operatie zelfs een proefschrift werd gewijd
5), is dit beleg toch nooit "populair" geworden. De krijgsverrichtingen
van de Spanjaarden tegen bv. Naarden, Alkmaar, Haarlem en Leiden
zijn met bloed, hetzij met vergulde letters in vrijwel alle vaderlandse
geschiedboeken voor het nageslacht vastgelegd, maar over Zierikzee
leest men weinig of niets.
Op het eerste gezicht, na oppervlakkige kennisneming van de feiten,
lijkt het Spaans beleg van Zierikzee dan ook minder spectaculair. Wie
evenwel iets dieper graaft, stuit op zeer belangwekkende aspecten, die
zeker waard zijn om nog eens onder de aandacht van een breder publiek
te worden gebracht.
Aan de hand van de bronnen willen wij een terugblik werpen op een van
de meest interessante belegeringen uit de Tachtigjarige oorlog.
In het bijzonder zouden wij personen, die ten nauwste betrokken zijn
geweest bij het beleg, aan het woord willen laten. Hun vaak indringende
verslaggeving beeldt de confrontatie tussen verschillende opvattingen
over gezag en geloof uit. Juist door tijdgenoten aan het woord te laten
kan het menselijk aspect naar voren worden gebracht.
12