ZIJPE EN DIJKWATER Door de eeuwen heen hebben Hollanders en Zeeuwen blijk gegeven van hun grote vertrouwdheid met en hun grote kennis van het water. Op zee en binnenwateren slaagden zij er meer dan eens in om de krijgskansen in hun voordeel te doen keren. Bij vijandelijkheden gedurende de Tachtigjarige oorlog wisten zij op die wijze de Spanjaarden en hun huurlingen bij herhaling af te troeven. Laatstgenoemden toonden zich echter zo nu en dan, mede als gevolg van hun veeljarig verblijf in de Lage Landen, goede leerlingen van hun tegenstanders. Ook zij durfden ter bereiking van hun doeleinden soms de wateren te trotseren. Een van hun sterkste staaltjes op strategisch terrein, getui gend van originaliteit en moed, werd in 1575 in het Zeeuwse "eilanden rijk" getoond. Zonder zich te laten afschrikken door de "verraderlijke waterwoestenij" tussen St. Philipsland en Duiveland ontwikkelden Requesens en Mondragon juist voor dit gebied een stoutmoedig plan, waardoordit was hun oorspronkelijke opzetuiteindelijk Zierik- zee, gelegen op een "knooppunt van machtslijnen", bij verrassing zou kunnen worden ingenomen. Onlangs heeft Schortinghuis nog eens het volle licht doen schijnen op de bijzonder enerverende gebeurtenissen, die de Geuzen, hoe waakzaam en koelbloedig zij ook mochten zijn, in grote verwarring brachten. Hoe wel rekening houdende met tal van mogelijkheden, hadden laatstgenoem den nauwelijks verwacht, dat de Spanjaarden zouden pogen al wadende de overkant van het Zijpe te bereiken. Op 28 september werden de Spaanse troepen van St. Annaland naar St. Philipsland overgevaren en daarna moest het gebeuren. "Om elf uur in de avond gaat men op pad" schrijft Schortinghuis die vervolgens een levendig, maar kort verslag geeft, van de gang der ge beurtenissen 6). Van deze feiten kan men eveneens een goed, maar wellicht ook ietwat "gekleurd" beeld krijgen door het geschrift van een Spaans tijdgenoot. Zijn omstandig relaas betreffende "De beroemde tocht door het water naar Zierikzee" werd destijds door de hispanoloog Brouwer vertaald en uitgegeven 7 De meest kenmerkende passages volgen hier: "De Groot-Commandeur 8) was van mening dat men den strijd tegen de Nederlanden met een overwinning voor Spanje zou beëindigen door eenige plaatsen te veroveren, voornamelijk Zierikzee en het eiland Duiveland. Men had hem gezegd dat men van Tholen af in schuitjes naar Philipsland kon gaan, hetwelk slechts een afstand was van een musket schot, en dat men vandaar door een zeearm zou kunnen waden tot aan Zierikzee, en als men dit bezette zou men een veilige haven hebben om de schepen uit Spanje te bergen. Hij gaf bevel om voor deze onderne ming in Antwerpen dertig galeien van achttien roeibanken, en vele klei nere schepen te laten maken, en eveneens geschut en munitie in gereed heid te brengen. Met deze gansche krijgsmacht ging hij naar Bergen op Zoom, vandaar naar het eiland Tholen, en hij ging tenslotte in de haven van St. Annaland voor anker. Hij had een zes of zevenduizend soldaten onder zijn bevel, waarvan drieduizend Spanjaarden waren; de 13

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1976 | | pagina 13