WOORD VOORAF
Tijdens de bestuursvergadering van de vereniging Stad en Lande van
Schouwen-Duiveland van 23 mei 1975 werd besloten een historisch jaar
boek uit te geven met bijdragen van belangstellenden.
Niemand van ons kon toen vermoeden, dat zo spoedig en zo spontaan
vele auteurs hun werk zouden insturen. Veel dank gaat uit naar hun
enthousiaste en belangeloze medewerking bij de totstandkoming van deze
eerste "Kroniek van 'het land van de zeemeermin".
De titel van dit jaarboek werd gekozen naar aanleiding van de bekende
sage van de zeemeermin van Schouwen, die gevangen en gedood werd.
De zeemeerman wreekte zich door zand en zeewier te strooien in de
haveningang van Westenschouwen, waarmee hij symbolisch de onder
gang van de stad profeteerde.
Voor de tekst van het versje hebben wij na uitvoerig overleg de door
J. R. W. en M. Sinninghe uit de volksmond opgetekende variant gekozen
(Zeeuwsch Sagenboek, Zutfen MCMXXXIII, blz. 5-6); deze heeft, on
danks enige aanpassing aan het algemeen Nederlands, het meest de
Zeeuwse taalkenmerken behouden, hetgeen o. a. blijkt uit: de a in sal,
het gebruik van de aanspreekvorm j_e zowel in enkel- als in meervoud
en de voor Zeeland uiterst typerende ie in rieke.
In brede kring komt men hoe langer hoe meer tot de overtuiging dat de
regionale en lokale geschiedschrijving onontbeerlijk is voor de algeme
ne geschiedenis van de Nederlandse gewesten. Zo is de geschiedenis
van stad en land van Schouwen-Duiveland en zijn bewoners waard om
geschreven te worden ter aanvulling van de geschiedenis van Zeeland.
Met de uitgave van een jaarlijkse kroniek biedt de vereniging een mo
gelijkheid aan amateur- en beroepshistorici en andere geïnteresseerden
detailstudies over stad en land van Schouwen-Duiveland en zijn bewo
ners te publiceren.
Redactiecommissie Jaarboek 1976 van de Vereniging Stad en Lande van
Schouwen-Duiveland:
J. C. Reitsma-d'Ancona, voorzitster
J. L. Braber
J. Klepper
J. P. J. Lokker
H. Uil, secretaris
Dr. A. de Vin
G. J. Vorstheuvel Labrand, penningmeester
W.P. de Vrieze.
3