Een stoomboot op de Rijn bij Arnhem. Op de achtergrond de buitenplaats "Schoonheuvel", aan de Utrechtseweg. Anonieme litho uit de periode van omstreeks 1850. Topografische Atlas van Gelderland, Gemeentemuseum Arnhem. delicieuze kruidenwijn medewerkte, die wij ingelegd hadden) en van som migen hunne lachspieren in eene gevaarlijke spanning waren". Te Reinberg werd gedineerd 19) met een echtpaar Alewijn. Om half negen arriveerde men in Dusseldorf. 24 juni. Via Keulen en Bonn naar Godesberg. Hier werd besloten het rij tuig af te danken en verder per stoomboot te reizen. 25 juni. Het hotel had er bij aankomst al weinig aantrekkelijk uitgezien. Het werd daar een onprettige nacht, gestoord ,,door de aderlatingen van onedele diertjes, de zogenaamde punaises: zij leven in het donker en vlieden den vleesklomp wanneer het licht zich verspreidt. De gemelde diertjes betoonden een bijzonder attachement voor Boogaert, zoo zelfs, dat toen hij ontwaakte het gebruik zijner oogleden miste". Tot verschrik king zijner vrouw, toen deze haar echtgenoot met een onherkenbaar en afzichtelijk tronie aanschouwde. Boogaert bleef de hele dag onherken baar en leed bovendien veel pijn. Op ezels ging men naar Pletsdorf, waar anderhalf uur gewacht werd op de boot, in de regen. Er was nog een Engels gezelschap, niet heel vrien delijk nog voorkomend; maar het zou een witte raaf zijn als het anders was. 52

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1976 | | pagina 52