KERK EN TOREN TE NIEUWERKERK IN DUIVELAND DOOR M. G. WESTERHOF Dertig jaar lang is het silhouet van het dorp Nieuwerkerk geschonden ge weest. Toen de bewoners geëvacueerd waren wegens inundatie, hebben de Duitse bezetters op 3 februari 1945 de middeleeuwse zeskantige toren opgeblazen. Eind 1975 had het dorp een nieuwe toren, tot grote blijd schap vooral van die Nieuwerkerkers die de oude toren gekend hebben. Het gereed-komen van deze toren was voor de Redactie van dit Jaarboek aanleiding om mij te vragen de geschiedenis van kerk en toren te schrij ven. Graag heb ik aan het verzoek voldaan, daar dit onderwerp mij, zij het met tussenpozen, reeds meer dan veertig jaar heeft geboeid. Tevens heb ik nu de gelegenheid om enkele onjuistheden recht te zetten, die zó vaak zijn herhaald, dat men tenslotte zou menen dat ze op waar heid berusten. De gegevens van vóór 1800 zijn schaars, zodat de be schrijving van de oudste geschiedenis fragmentarisch is. Het dorp Nieuwerkerk is na de watersnood-ramp van 1953 veel veranderd. Men kan bijvoorbeeld niet meer zeggen dat, in letterlijke zin, de kerk in het midden staat. Dat was voorheen wel het geval. De Kerkring vorm de een vrijwel zuivere cirkel. Daarbinnen was eerst een gracht, waar van oude Nieuwerkerkers zich enkele resten nog kunnen herinneren. Binnen de gracht lag het kerkhof met daarop kerk en toren. Voor een destijds klein dorp moet het een imposant bouwwerk zijn geweest, kerk en toren waren 65 meter lang, de kerk 15 meter breed, de toren 35 me ter hoog. Mr. N. van der Schatte vermeldt dan ook, als hij anno 1753 in de "Tegenwoordige Staat der Vereenigde Nederlanden" een beschrij ving van Duiveland geeft, dat Nieuwerkerk "eertyds een treffelyke Kerk plagt te hebben". Het koor, dat bewaard bleef, heeft drie traveeën en is gesloten met een halve tien-hoek. Het is overdekt met een houten ton gewelf net als vóór de restauraties. Tegen het koor is aan de zuidkant een sacristie gebouwd, overdekt met een dubbel stenen kruisgewelf. In wendig is de sacristie versierd met een doorlopend boogfries. Ze heeft acht nisjes, waarvan zes bij de restauratie van omstreeks 1950 weer voor de dag zijn gekomen. Op een gravure uit 1635 is te zien dat het schip van de kerk lager was dan het koor. Helaas is deze gravure niet duidelijk genoeg om er verdere bijzonderheden van af te leiden. Twee dingen vragen dadelijk onze aandacht. Reeds in 1233 wordt melding gemaakt van een kerkgebouw te Nieuwerkerk, de "nova ecclesia", ter onderscheiding van de andere kerk op het toenmalige eilandje Duiveland, de "antiqua ecclesia", waaraan het dorp Ouwerkerk zijn naam ontleent. Te oordelen naar de bouwstijl moet volgens deskundigen de kerk dateren uit de periode tussen 1475 en 1500. Ze stond onder het patronaat van de H. Johannes de Evangelist. We stuiten nu op de vraag of de huidige kerk op dezelfde plaats gebouwd is als de kerk die in 1233 wordt vermeld. Voor zover mij bekend, zijn er geen archief-stukken die uitsluitsel geven. Ook heeft er geen oudheid kundig bodemonderzoek plaatsgevonden. Maar persoonlijk heb ik het va ge vermoeden dat de kerk uit de twaalfde of dertiende eeuw iets noorde lijker heeft gestaan. 79

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1976 | | pagina 79