passend bij de kerk. Er zijn enige verschillen met de toren van voor
1945. Zo schreef Ir. J. L. C. Weyts mij o. m. „De trans met hek is ver
vallen om diverse redenen. Tengevolge van de geringere dikte van de
torenmuren zou de druk van de kap slechts indirekt op de muren kunnen
worden overgebracht. Daarbij komt dat de overgang van de toren naar
de spits door het veel smallere zeskant een esthetisch weinig aantrekke
lijke oplos sing was, terwijl het wel kostbaarder zou zijn geweest deze
vorm te herbouwen Overigens is het gedeelte van de spits boven
de knik ongewijzigd. Het gedeelte onder de knik is ontstaan door de over
dekking van de trans. Een veel ingrijpender wijziging is het weglaten
van de traptoren aan de noordkant.
Verder kan worden opgemerkt dat de pinakels niet weer zijn aangebracht.
Daarentegen is aan de oostkant een grote nis, die er aan herinnert dat
kerk en toren oudtijds één geheel vormden. Ook is boven de ingang een
glas-in-loodraam geplaatst net als dat jaren geleden moet zijn geweest.
Eind 1975 was de toren klaar en is kort daarop in gebruik genomen. Toen
werd een gedenksteen onthuld, waarop te lezen staat: „De oorspronke
lijke toren werd gebouwd in de jaren 1475 - 1500. Door oorlogshande
lingen werd hij verwoest op 3 februari 1945. De herbouw op de nog be
staande fundering en in oude stijl vond plaats in 1975. De eerste steen
werd gelegd op 27 juni 1975 door de burgemeester van Duiveland, de
heer J. D. de Kam. De ingebruikneming werd verricht op 9 maart 1976
door de Commissaris der Koningin in Zeeland, Dr. C. Boertien. De
bouw was mogelijk doordat er een claim bestond op Rijks-oorlogsscha-
devergoeding, terwijl de rest grotendeels is gefinancierd door de Dienst
Aanvullende Civieltechnische Werken en nog een klein percentage door
een verhoogde uitkering uit het Gemeentefonds voor werkgelegenheid.
Laat mij tenslotte aan het verhaal over de toren nog toevoegen, dat het
de dorpsbewoners goed doet dat als windvaan het wapen van de voorma
lige gemeente Nieuwerkerk is gekozen.
Aan de oude toren waren nog enkele kleinigheden die herinnerden aan de
tijd voor de Hervorming, namelijk bij de ingang links en rechts voet
stukjes waarop heiligenbeelden hebben gestaan. Ook was er in een van
de zuidelijke steunberen een fraai nisje met een dergelijk voetstukje.
Treden we de kerk binnen, dan zien we niets dat aan die tijd doet denken.
Toch is de tegenwoordige kerk het koor, waar voor de Hervorming een
aantal altaren heeft gestaan. Evenals de kerk zelf zal het hoofdaltaar
gewijd zijn geweest aan de H. Johannes de Evangelist. Verder waren er
verscheidene bij- of zij-altaren. Omstreeks 1490 heeft Anna van Bour-
gondië hier een kapittel van kanunniken gesticht. In de middeleeuwse re
keningen van de aartsdeken van de Utrechtse Dom vond P.M. Grijpink
altaren vermeld, die toegewijd waren aan het H. Kruis, de H. Maagd
Maria, de H. Johannes de Doper, de H. Michaël, de H. Barbara en de
H. Nikolaa0. H. J. Kok vond in het Vaticaans archief nog een altaar ver
meld dat gewijd was aan de H. Gregorius. Van een beeldenstorm te Nieu
werkerk is niets bekend. Maar toen het kerkgebouw in gebruik genomen
werd voor de Hervormde eredienst, zijn de altaren en de beelden verwij
derd. Ook zal men flink met de witkwast hebben gewerkt.
Bewaard zijn gebleven twaalf grafzerken en één waarvan grote stukken
zijn afgebroken. De oudste is van 1518. Enkele eeuwen hebben ze gediend
als plaveisel van de gangpaden in de kerk. Ze dragen daar duidelijk de
sporen van. Bij de kerkrestauratie in het midden van deze eeuw zijn ze
86