Vervolgens noem ik een voorwerp dat jammer genoeg niet meer aanwe zig is, namelijk de oude koperen kaarsenkroon. Reeds in 1856 kwam het voorstel om de kroon te verkopen „en daar voor lampligt in de plaats te doen hangen". Het duurde tot 1872 voordat „Heren Kerkvoogden" tot ver koop besloten. Volgens een advertentie in de Zierikzeesche Nieuwsbo de woog zij 228 halve kilo's en was zij 1.44 meter hoog. Voor f 93. -- is zij verkocht aan Joh. de Braai, een Nieuwerkerkse smid. Helaas kan niet worden achterhaald of de kroon is doorverkocht en zo ja aan wie. Ik heb het bange vermoeden dat zi j in de smeltkroes is verdwenen. De petroleumlampen zijn ondertussen nog eens vervangen door andere, tot dat eind 1930 electrische verlichting werd aangebracht. De verlichting werd bij de tweede fase van de restauratie zeer verfraaid. De Herv. Gemeente Oosterbeek adopteerde de Gemeente Nieuwerkerk en schonk onder meer voor de kerk drie koperen kronen met electrische kaarsen en voor de consistoriekamer (de voormalige sacristie) een kleine kroon. Voor de verwarming van de kerk is enkele eeuwen gebruikgemaakt van stoven. Pas in 1904 is een kachel aangeschaft. Bij strenge kou gaf die echter niet voldoende warmte. Tegelijk met de laatste restauratie werd heteluchtverwarming geïnstalleerd. En dan - als we de kerk rondkijken - natuurlijk nog het orgel. Eerst in 1902 is na enige strijd besloten om een orgel aan te schaffen. Op 16 no vember van dat jaar is het in gebruik genomen. Het was geleverd door de firma Dekker te Goes. De notulen van de kerkeraad en die van de kerkvoogdij roemen om het hardst de nieuwe aanwinst. Het orgel werkte echter volgens het pneumatische systeem, dat erg gevoelig is voor vocht en voor temperatuurschommelingen. Na de ramp was het onbespeelbaar. Het Rampenfonds schonk een nieuw orgel, dat vanaf 13 juli 1958 de gemeen tezang begeleidt. Het werkt volgens het mechanische systeem. Wat om vang betreft is het ongeveer gelijk aan het oude orgel. Het heeft één kla vier met aangehangen pedaal, zeven registers en 636 pijpen. Het is ge bouwd door firma van Leeuwen te Leiderdorp. Na het interieur van de kerk mag het „interieur" van de toren niet ach terwege blijven. In het begin van dit artikel is melding gemaakt van een klok die in 1586 naar beneden dreigde te vallen. Wat er met die klok is gebeurd is onbekend. Maar in 1645, toen de stad Zierikzee eigenares was van de ambachtsheerlijkheid, is één van de klokken gegoten die nu in de toren hangen. De doorsnee is 110 centimeter en het gewicht 800 kilogram. Het opschrift luidt: „Michael Burgerhuys Me Fecit, Anno Domini 1645, Soli Deo Gloria. En daar onder in kleinere letters: „Mr. Pieter de Witte, Burgemeester der stede Zierikzee, Adriaen Huy- bert Gemeente-Burgemeester, Nicolaes van Heyst ende Matheus Rollant als gecommiteerden der Vierbannen van Duiveland, Mr. Adriaen Rollant Balju Opper- ende onder- Dijkgraaf der VSSE Vierbannen, de Heer Pie ter van den Velde Secretaris ende Dijkgraaf -klerck van de voornoemde Vierbannen". (VSSE voirseyde). Nadat deze klok bijna driehonderd jaar dagelijks geluid had om de tijd aan te geven, nadat zij op zon- en feest dagen de Nieuwerkerkers trouw had opgeroepen naar het bedehuis, nadat zij vele honderden had begeleid bij hun gang naar het kerkhof, werd ze in de Tweede Wereldoorlog gevorderd om munitie van te maken. Het bericht was gedateerd 19 februari 1943. De volgende dag reeds schreef burgemeester A. A. van Eeten een brief met het dringend verzoek om de klok te sparen. Hij wees op de oudheidkundige waarde en op het feit 88

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1976 | | pagina 88