dat het de enige klok was in de gemeente Nieuwerkerk. Zijn pogingen
hadden geen succes. De klok werd uit de toren gehaald. Maar evenals
de meeste klokken van Schouwen-Duiveland kwam zij na de bevrijding
terug. Dit dankzij het feit dat het schip met klokken bij Urk tot zinken
werd gebracht en dankzij het gemeentepersoneel van de stad Groningen.
Bijna dertig jaar heeft zij in een klolckestoel gehangen, wachtend op een
toren. Nu het eindelijk werkelijkheid is geworden, valt er nóg iets te
vermelden over het „interieur11 van de toren. De firma Jos. v. d. Kerk
hof te Aarle-Rixtel heeft een uurwerk en een tweede klok aangebracht.
Was er voorheen slechts één wijzerplaat, nu zijn er drie, die bovendien
verlicht zijn als het donker is. Op hele en halve uren slaat de hamer
merkwaardig genoeg op de oude klok. De nieuwe, die gegoten is door
firma Eijsbouts te Asten, is alleen luidklok. Zij heeft een doorsnede van
86 centimeter en weegt 400 kilogram. Het opschrift herinnert aan het
torenfonds, dat vlak na de oorlog is gesticht. Het luidt: „Door bevolking
van Nieuwerkerk 30 jaar geleden mogelijk gemaakt, dat ik thans mijn
stem over Nieuwerkerk kan laten horen. 1975"
Moge het zó zijn dat opnieuw vele eeuwen kerk en toren een belangrijk
onderdeel vormen van het dorps silhouet van Nieuwerkerk en vooral, dat
zij daarin een wezenlijke functie vervullen.
VERANTWOORDING
Met dank kan worden vermeld dat in de loop der jaren velen mij monde
ling of schriftelijk gegevens hebben verstrekt. Voorzover hun namen nog
niet werden genoemd, zijn het o. m. P. van Beveren, J. L. Braber,
B. C. Brouwer, H. van Deursen pr. J. L. v. d. Have, W. H. Keikes,
F. Schuiling.
Geraadpleegd werden de archieven van de Kerkeraad (actaboeken vanaf
1585), van de Kerkvoogdij (notulenboeken vanaf 1820), van de Classis
Zierikzee der Ned. Herv. Kerk en van de Stad Zierikzee.
ENIGE LITERATUUR EN AFBEELDINGEN
N. v. d. Schatte, Beschrijving van Duiveland, in: Tegenwoordige Staat
der Vereenigde Nederlanden, deel X blz. 489 v., Amsterdam 1753;
herdruk Zaltbommel 1966.
B. M. de Jonge van Ellemeet, Geschiedkundig onderzoek naar den rechts
toestand der Zeeuwsche geestelijke goederen van 1572 tot in het begin
der 17e eeuw, hoofdstuk III Schouwen-Duiveland, blz. 153 v., 164 v.,
Zierikzee 1906.
P.M. Grijpink, Register op Parochiën, Altaren, Vicariën en de Bedie
naars, deel Scaldia blz. 53 v., Amsterdam 1914.
P. C. Bloys van Treslong Prins, Genealogische en Heraldische Gedenk
waardigheden in en uit de Kerken der Provincie Zeeland, blz. 200 v.
Utrecht 1919.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van Geschiedenis en
Kunst, deel VI, De Provincie Zeeland, blz. 189, Utrecht 1922.
W. S. Unger, Het klokkengietersgeslacht Burgerhuys, in: Archief van
het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, 1926, blz. 19 v., Mid
delburg 1926.
89