Een dergelijk tegeltableau zat boven de schoorsteen van Prinsgezinden
en sprak van een sterke band met de Oranjes. De ruiters stellen Prins
Fredrik Hendrik en Johan Willem Friso voor.
De paarse tegeltableaus waren boven de schoorsteen in de oostelijke
topgevel gemetseld, d. w.z. het landschapje, want de ruiters stonden aan
weerszijden hiervan.
Tijdens de sloop kwamen ze van achter een houten wand te voorschijn.
Het geheel metselde men in 1912 in de nieuwe schuur (zie foto's).
De afmeting van de tegels is 13,3 cm in het vierkant.
Uit de 17e eeuw zijn schaarse gegevens beschikbaar. Slechts het veld-
boek (4) van 1676 overleefde die tijd. Daaruit bleek, dat Willem Corne
lls (de) Keijser eigenaar en bewoner was en dat het aantal percelen sinds
1599 afnam van 26 tot 21 met een totale grootte van 53 gemet 218 roeden.
De aanleg in 1654 van de inlaagdijk (in 1676 nog "den nieuwen diek" ge
noemd) kan hieraan debet zijn geweest. De totale oppervlakte van Koude-
kerke was in 1676 in vergelijking met 1599 intussen ook afgenomen met
110 gemeten.
Opvallend is, dat De Keijser minstens vijf percelen grond in de inlaag
bezat, tesamen ongeveer 10 gemeten, hoewel de rest van het oostelijk
deel van de inlaag karreveld was geworden door afgraving van klei voor
de nieuwe dijk. Als een van de grootste boeren uit de omgeving zal hij
zeker invloed hebben gehad bij de dijkgraaf van het westervierendeel,
de grondbezitter Willem Padt, die te Haamstede woonde.
Mogelijk was hij zelfs bestuurslid en had dit invloed bij het sparen van
percelen in de inlaag. Het tracé van de dijk werd ook zodanig gekozen,
dat de hofstede buiten de inlaag bleef. Tot 1953 bleven deze percelen bij
94