AFREKENING Het laat zich raden dat het omslaan over de burgerij en het invorderen van de 100. 000 gulden geen eenvoudige zaak was en veel organisatieta lent vereiste, vooral ook door de gestelde korte termijn. Een commis sie van twaalf burgers werd belast met de inning van het bedrag. Men kon in kontanten betalen, maar ook in koopwaar of ongemunt zilver. Ook de gevluchtte burgers werden aangeslagen en de zeven gearres teerden in Middelburg zelfs extra hoog. Burgemeester Jacob Wittesz. de rijkste man van Zierikzee, moest 3100 gulden betalen. Half septem ber, een maand te laat, was eindelijk de losprijs afgedragen70). Er moet ongeloféLijk veel zilver zijn ingeleverd en we moeten aanne men dat in die periode onvoorstelbaar veel voorwerpen van kunst en/of historie, die nu als topstukken in musea zouden prijken, in de smelt kroes voorgoed verloren zijn gegaan. Van een deel van het gevorderde zilver werd in juli 157 6 een aantal vierkante daalders en halve daalders geslagen. Deze zogenaamde Mondragondaalders, thans zeldzaam ge worden, hielden de herinnering aan de krappe Spaanse overwinning le vendig. Niet geheel overeenkomstig de waarheid droegen deze zilver stukken een kennelijk van Spaanse zijde geïnspireerde Latijnse tekst, die duidelijk moest maken, dat Zierikzee zich met de Koninklijke Ma jesteit had verzoend71). Bij de uitbetaling van het geld aan de soldaten ontstonden grote moei lijkheden. Spanjaarden en Duitsers waren ontevreden over de trage verdeling van de buit en beklaagden zich bij Mondragon. De Walen meenden dat zij eerst uitbetaald moesten worden en joegen de afgevaar digden van de Spanjaarden de stad uit. Zij namen het heft in eigen hand en begonnen te muiten, evenals de Spanjaarden op het platteland. Ze kozen een sergeant tot aanvoerder en sloten Mondragon op in het huis de Mossel (thans Corneliastichting aan het Havenpark). Mondragon deed herhaalde pogingen "door bewijs van braaven moed en onverwriklijke standtvastigheit, met klem van woorden en een achtbaar gelaat, die den oorlogsman voor taalkonst stichten" zijn manschappen in bedwang te houden. Toen de soldaten hem bedreigden begaf de 72- jarige commandant zich tussen de muiters: "ontblootende zijn borst, verklaart hij zich bereidt om de soldij met sijn bloedt te betaalen". Op 14 juni werd Mondragon door muiters gevangengenomen. In juli staken de soldaten Haamstede, Dreischor en Nieuwerkerk in brand. Als in zovele oorlogen moest het platteland het ontgelden. Een Spaanse afgezant, de heer van Naves, werd met een bedrag voor uitbetaling van soldij gevangengenomen. De burgemeesters werden na een korte gevangenschap vrijgelaten; zij moesten er voor zorgen dat het resterende bedrag binnen acht dagen beschikbaar kwam. Inmiddels waren de meeste soldaten weggetrokken. Het leeggeplunderde platteland en de totaal verarmde stad boden geen perspectieven. Zij trokken naar Vlaanderen om te plunderen. De Spaanse furie was losgebarsten. Op 3 november verlieten de laatste soldaten de stad. Mondragon wist met enkele getrouwen nog een klein deel van het geschut en de munitie naar Gent te brengen. De Nederlanden sloten zich aaneen en namen een gezamenlijk standpunt in tegenover Philips II (Pacificatie van Gent). Eveneens op 3 november 33

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1976 | | pagina 33