heid van geest van de dichter bewonderen om uit eenzelfde prent drie zo
heel uiteenlopende gedachtengangen te halen zonder iets verwrongens. Geen
andere emblematadichter heeft hem hierin gevolgd. Zijn eerste boek be
wijst al dadelijk zijn calvinistische levensbeschouwing. De drie stadia van
het leven zijn alle drie voor het mensenleven onontbeerlijk. Er is welis
waar een stijgende lijn die naar God voert, maar men kan er geen over
slaan. De reformatie heeft gebroken met de prioriteit van de geestelijk
heid.
Cats verdedigt ook, wat geen schrijver vóór hem gedaan had, de zinnebeel
dige toepassing van het embleem. De Bijbel staat er vol van. Wat is de
Joodse godsdienst anders dan zinnebeelden, voorafschaduwingen van Chris
tus en zijn rijk? Wat anders waren de gezichten van de profeten, het Hoog
lied van Salomo, de Openbaring van Johannes? Ook als emblematadichter
is hij de eerste calvinist die zijn geloof ook in zijn werk beleeft.
Bij de ltSinn' en minne-beelden" heeft hij niet gedacht aan ongeletterde le
zers. Hij heeft er echt het karakter van de klassieke emblematabundel
aan gegeven. De titel zet hij eerst in het Latijn, Silenus Alcibiadis, sive
Proteus, pas eronder plaatst hij de Nederlandse titel: „Sinn' en minne
beelden". De een en vijftig bijschriften hebben in de drie delen teksten in
het Nederlands, het Latijn en het Frans en wetenschappelijke aantekenin
gen. Het overgrote deel van het volk heeft dus enkel de Nederlandse teksten
kunnen lezen. Cats' oudste boeken zijn stellig alleen voor de upper ten uit
gegeven. Pas in de latere drukken, die eenvoudiger werden gedrukt, kwamen
de niet ontwikkelde burgerij en de boeren aan hun trekken. Het zou de
moeite lonen, wanneer iemand een onderzoek naar Cats' populariteit in
stelde.
Cats heeft een nieuwe tendens in het embleem gelegd. Diegenen die vóór
hem kwamen hadden het vooral in het mythologische en het amoureuze
genre gezocht. Maar hij heeft het realisme in het embleem gebracht, waar
in Roemer Visscher hem schuchter was voorgegaan. Hij heeft wat hij wilde
zeggen duidelijk gemaakt in het leven en het bedrijf van boeren, vissers
en burgers. Daarmee heeft het burgelijke element in de emblematiek bur
gerrecht gekregen. Vooral aan hem is het te danken dat het embleem zo'n
hoge vlucht in onze eigen en de Europese letterkunde heeft genomen.
Cats heeft het voorrecht gehad dat hij in Middelburg Adriaen van de Venne
heeft ontmoet, de jongere broer van zijn uitgever. Hij heeft van het begin
af zijn werk geïllustreerd. Cats' gedichten zijn zonder de illustraties niet
te denken. Voor de eerste bundel die hij uitgaf, tekende de jonge kunste
naar de bekende prent van de spelende kinderen op het Middelburgse Abdij
plein in het vroege voorjaar. De nog geen dertigjarige Van de Venne is
hier al op zijn volle kracht en zal dit blijven tot zijn dood, twee jaar na
die van Cats. Bijna veertig jaar hebben de gedichten van Cats hem inspi
ratie gegeven, waaruit zijn speelse geest taferelen schiep, waarvan elk
detail minutieus is uitgewerkt. De grote opgang die het werk van Cats heeft
gemaakt, waarvan de oplage in het midden van de vorige eeuw op ruim
driehonderdduizend exemplaren werd geschat, is mee te danken aan de
illustraties van Van de Venne. Hij was zelf ook dichter, maar is als zodanig
terecht vergeten. Hij heeft een ruim aandeel gehad in de door zijn broer
uitgegeven „Zeeuwsche Nachtegael" (1623), de bundel waaraan twintig
Zeeuwse dichters hebben meegewerkt en die min of meer bedoeld was als
hulde bij het vertrek van Cats. Hieraan heeft Van de Venne een afzonder
lijk gedicht, „Tafereel van Sinne-mal" toegevoegd, dat beurtelings de stijl
van Cats, Huygens en Bredero verraadt en streeft naar gewrongenheid en
duisterheid, volgens de bizarre mode van die tijd. Pronkzucht en overla-
10