En als de Wijse quamen talen Of God de Soon was in het vleys, Een sterre met haer guide stralen, Die was haer leyds-man op de reys. U kracht is heden niet vermindert, U hant is heden niet verkort, Geef, Heer, dat ons geen quaet en hindert, Maer op ons doen u segen stort. Geft dat wy spoedig weder keeren, Door uwe geest en gunst verblijt; Soo sullen wy dijn naem vereeren, Den ganse hen loop van onsen tijt. (De schrijver deelde ons mede dat veel uit het bovenstaande artikel ont leend is aan zijn dissertatie ,,Letterkundig leven in Zeeland in de 16de en de eerste helft der 17de eeuw" en aan zijn artikel uit ,,Aandacht voor Cats bij zijn 300ste sterfdag; studies n. a.v. de herdenking op 12 september 1960'J Zwolle 1962). Voor de belangstellende lezer geven wij als nadere aanvulling, dat het door dr. Meertens in het begin genoemde artikel over Cats tot titel heeft Jacob Cats" en te vinden is in Litterarische Fantasien en Kritieken, eerste deel, blz. 37 t/m 66, Haarlem 1881. 14

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1977 | | pagina 16