naar de Gevangentoren werd overgebracht). In eerstgenoemd jaar werd de
terrine nl. nog niet, in laatstvermeld jaar wèl genoemd 2). Het staat in
ieder geval vast, dat in het jaar van schenking Zierikzee het nog moest
stellen zonder plaatselijk museum, respectievelijk oudheid(s )kamerNo
taris Franse, die het interessante stuk aardewerk kennelijk voor het na
geslacht heeft willen redden, bleef dus geen andere weg open dan een
Zeeuwse museale instelling buiten Zierikzee te kiezen. Het is zeer wel
mogelijk, dat Franse de (soep)terrine uit een (al dan niet door hem geveilde)
boedel of uit een erfenis heeft kunnen verwerven. Bij de plaatsing van de
terrine in de Vlissingse oudheidkamer kan ook nog een rol hebben gespeeld,
dat de eigenlijke stichter van die instelling, genaamd Willem van der Os
(overleden Utrecht 29 oktober 1890), tot hetzelfde geslacht behoorde als
de eerdergenoemde Gilles van der Os 3).
De (soep)terrine, van Engels aardewerk en gedekseld, vertoont een aantal
afbeeldingen, die betrekking hebben op het zeemansleven. Deze reeks voor
stellingen zijn alle aan de buitenkant van de terrine, inclusief deksel, aan
gebracht, zonder twijfel tijdens de vervaardiging van dit voorwerp. Anders
is het gesteld met het ,,scheepsportret" in de „bak", dat kennelijk nader
hand in kleur werd aangebracht en wel op bestelling.
Dit was niet zo uitzonderlijk; tal van kapiteins, die hun thuishaven op het
vasteland hadden, lieten wel eens bij een bezoek aan een Engelse haven het
eigen schip of een ander voorwerp, vaak op een stuk keramiek, penselen.
Zo'n souvenir had dan ook tot in lengte van dagen een zekere dokumentai-
re waarde.
37