De afmetingen van de terrine in de Vlissingse verzameling bedragen: hoogte met deksel 21 cm., hoogte zonder deksel 12.7 cm., doorsnede 33 cm. De bodem is niet gemerkt. Zoals gezegd behoren tot de ustandaard"dekoratie maritieme voorstellin gen, maar ook taferelen die waarschijnlijk betrekking hebben op de Ame rikaanse vrijheidsoorlog. Zonder twijfel het meest belangwekkend is de binnenin, later geschilderde voorstelling van een driemaster met daaron der de tekst: DE JONGE MARINUS/ CAP(I)T(EIN) GILLES VAN DER OS/ 1787. Deze beknopte tekst leek enig perspectief te bieden bij een nader onder zoek naar de herkomst en lotgevallen van de terrine. De kapiteinsnaam bood onmiddellijk enig houvast. Immers, de naam Van der Os was in de 18de eeuw (trouwens ook later) in Zierikzee niet onbekend. Vooral tijdens de eerste helft van die eeuw vinden we in deze stad reders en schippers met die achternaam. In de naamlijst van commissarissen van de Zierik- zeese Slavenkas 4) ontmoeten we achtereenvolgens Tonis van der Os (1735- 1741), Adriaan van der Os (1742 - 1744) en Cornells Jacobse van der Os (1746 - 1748). Ook uit t,De vroedschap van Zierikzee", samengesteld door P. D. de Vos, blijkt dat leden van het geslacht Van der Os in Zierikzee nogal toonaange vend en in ieder geval zeer kapitaalkrachtig waren 5). Doordat in 1940 bij de brand van Middelburg bijna alle Zierikzeese doop-, trouw- en begraafboeken verloren zijn gegaan, werd het onderzoek naar de personalia van Gilles (of Gillis) van der Os sterk bemoeilijkt. Uit de summiere klappers, die eertijds op de inmiddels verloren gegane origine len zijn gemaakt, bleek dat Gillis op 13 mei 1753 te Zierikzee werd ge doopt (Ned. Herv. Blijkens de huwelijksklapper trouwde hij aldaar op 21 april 1783 met Ja- comina Boom (gedoopt Zierikzee 16 juli 1758). Zijn overlijden is nergens ingeschreven om de doodeenvoudige reden dat Gillis van een zijner reizen nimmer terugkeerde en als vermist werd beschouwd. In de ,,liste van de schippers" 6), waar Gillis van der Os op 1 0 december 1784 werd inge schreven, werd naderhand achter zijn naam de aantekening geplaatst: ,,niet weetende waar hij is", terwijl in de huwelijksakte van zijn zoon Isak dd. 27 mei 1818 werd vermeld: ,,zijnde de plaats van het afsterven of laatste woonplaats van zijnen vader hier onbekend. Uit de registers, inhoudende de namen van schippers, stuurlieden en ma trozen die aan de Slavenkas hebben gecontribueerd, 7) kan ook worden opgemaakt, waarheen de reizen van Gillis met het schip De Jonge Marti- nus (ook wel gespeld: Martines) doorgaans gingen. Het waren bij herhaling Franse havens; een enkele keer komt als reisdoel de haven Faros voor. Hiermee zal de Portugese plaats Faro bedoeld zijn. Na 1791 komt de naam van Gillis van der Os niet meer in de registers voor, zodat wij moeten aannemen, dat hij in genoemd jaar of kort daarna op zee zal zijn gebleven. Volgens J. A. van den Bergen, tot voor kort conservator van het rijksmu seum ,,Nederlands Scheepvaart Museum" te Amsterdam, komt het schip ,,De Jonge Marinus" in de museumdocumentatie niet voor. Wel een ander Zierikzees schip, ,,De Goede Verwagting". Het is opvallend, dat Gilles van der Os ook op dit schip een of meer reizen als kapitein heeft gevaren. 8) De desbetreffende passage luidt: „De Goede Verwagting", kapt. Gilles v. d. Os, van zijn kruistocht in februari 1783 met prijzen te Zierikzee aangekomen". 9) Zoals meer gebruikelijk voer genoemd barkentijnschip „De Goede Verwagting" dus als kaperschip, waarbij aan de Engelsen zo veel mogelijk afbreuk werd gedaan. Kennelijk niet zonder succes! 38

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1977 | | pagina 40