De antecedenten van kapitein Gilles van der Os en het voorkomen van de scheepsnaam De Jonge Martinus in de archivalia van de Slavenkas laten er geen twijfel over bestaan, dat het in de terrine geconterfeite schip Zie- rikzee als thuishaven had. Bij een van de registraties staat vermeld, dat Samuel Boeye boekhouder (dus reder) van het schip was 10). In aanmerking genomen dat het aantal overgeleverde ,,scheepsportretten" zeer beperkt is, en met name die van vóór 1800 dateren, mag de afbeel ding op het Vlissingse museumstuk uitermate waardevol worden genoemd. Te weten hoe dit Zierikzeese schip eruit heeft gezien betekent verrijking van onze kennis aangaande de scheepshistorie van deze stad, waar de a- dem van de zee tot vandaag voelbaar is AANTEKENINGEN 1. Vriendelijke mededelingen van de heer H. E. S. Sinck te Zierikzee en de heer C. H. J. Peters te Vlissingen. 2. C. P. I. Domisse, De geschiedenis van de Westpoort te Vlissingen en de in een harer torens gevestigde Oudheidskamer, in verband met de historie der stad, Vlissingen 1903, p. 362. 3. Zie P. D. de Vos, De Vroedschap van Zierikzee, Middelburg 1931, p. 638. 4. W. H. Keikes, Het fonds genaamd de Slavenbeurs of Slavenkas te Zie rikzee, Zierikzee 1976, p. 32. 5. P. D. de Vos, De Vroedschap van Zierikzee van de tweede helft der zestiende eeuw tot 1795, Middelburg 1931. 6. Slavenkas, a. w. (archiefinv. no. 27). 7. Slavenkas, a.w. (archiefinv. nos. 19, 20 en 21). 8. Schrijven Rijksmuseum „Nederlands Scheepvaartmuseum" dd. 30 au gustus 1976 (J. A. van den Bergen). 9. Ned. Jaarboek 1783, p. 281. 10. Slavenkas, a.w. (archiefinv. no. 19). 39

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1977 | | pagina 41