BRABERS BIJ HAAMSTEDE, EEN OPGRAVING, 1956- 1957 DOOR IR. J. A. TRIMPE BURGER Het landschappelijk en historisch eens zo boeiende eiland Schouwen is na de overstromingsramp in 1953 aan een ruil- en herverkaveling onderwor pen geweest, die cultuurtechnisch zo ongekend serieus werd opgevat, dat bij wijze van spreken vrijwel iedere oneffenheid groter dan een molshoop is weggewerkt. Daarbij zijn bijv. alle toen nog aanwezige restanten van vluchtbergen opgeruimd met uitzondering van de bergjes bij Eikerzee en Zierikzee. Voorts zijn vele oude woonkernen, zoals het mysterieuze Oud- Duivendijlce met zijn merkwaardige begraafplaats en overblijfselen van bewoning die teruggingen tot in de Romeinse tijd, uit de bodem van Schou wen weggewist zonder dat daaraan verantwoord onderzoek is voorafgegaan. Het was in 1956 - 1957 een te ongelijke strijd van oudheidkundigen tegen meer dan 150 draglines en bulldozers, 45 locomotieven en een 800 kip karren, vele G. M. C. -vrachtwagens en meer dan 1000 arbeiders, die in enkele jaren een geheel eiland totaal van aanzicht deden veranderen. Maar het dikwijls achterwege blijven van noodopgravingen werd vooral veroor zaakt door een groot gebrek aan mankracht en financiële middelen bij de tot opgraven bevoegde oudheidkundige instanties. De verliezen aan land schappelijk en archeologisch waardevolle elementen waren groot, onver- Afb. 1. Percelering van Brabers en omgeving vóór de verkaveling (vgl. afb. Afb. 2. Percelering van Brabers en omgeving nel de verkaveling (vgl. afb. 1tek. C. v. Duyn (R. O. B. 40

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1977 | | pagina 42