(afb. 12a) zal de lezer overtuigen dat er voor ons land iets zeldzaams verloren is gegaan Het komt zelden voor dat er inéén profiel over blijfselen van bewoning worden aangetroffen - en dan nog zeer fraai stra- tigrafisch gescheiden - uit achtereenvolgens de Late Steentijd, de Ijzer tijd, de Romeinse tijd en de middeleeuwen: a. kleilaag (50-100 cm dik), afgezet na de Romeinse tijd, met sporen van bewoning uit de late middeleeuwen. b. humeuze donkere grond (10-40 cm dik) met scherven van Ijzertijd- en Romeins aardewerk. c. onder het Romeinse niveau een venig laagje, dat aansluit op het subbo- reale veen (Hollandveen, oppervlakteveen), dat zich naast de strand- wal tot een dik pakket heeft ontwikkeld. Datering ca. 2000 jaar v. Chr. tot in de Romeinse tijd. d. een laag kalkloos stuifzand van variërende dikte. e. plaatselijk een 10-30 cm dikke laag zwart-humeuze grond, waarin aar dewerk en vuurstenen voorwerpjes uit de Late Steentijd. Datering ca 2200 v. Chr. Deze cultuurlaag correspondeert nagenoeg met de onder kant van het subboreale veen. f. ontkalkt zand met banken van vergane Cardiumschelpen (kokkels). g. kalkhoudend-kalkrijk zand op grotere diepte (afb. 12b). Afb. 12a. Bodemprofiel in Brabers met cultuurlagen uit de Late Steentijd (Neolithicum), de IJzertijd/Romeinse tijd en de middeleeuwen. Afb. 12b. Strandzand, waarin veel vergane schelpen van Cardium (kokkels); de schelpen liggen vrijwel alle met de bolle zijde naar boven; het zand is op deze hoogte totaal ontkalkt. Foto J. A. T. B. (R. O. B. In het betrekkelijk kleine oppervlak dat van het neolithische (Late Steentijd)- niveau kon worden onderzocht, waren de grondsporen van minstens drie huizen uit die vroege tijd aanwezig. De gevonden huisplattegronden hadden een afmeting van 3.5x8 m. De constructie van de woningen moet vrij een voudig zijn geweest. Het dak werd gedragen door een rij stevige palen aan de buitenzijde en een viertal palen in de lengte-as van het huis. Iets binnen de buitenste rij palen bevond zich het opgaande wandwerk (vlechtwerk met leem bestreken). 50

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1977 | | pagina 52