Jozias Dingeman Gerritse in het uniform van de Kweekschool voor de Zee vaart, zoals dat in 1851 werd gedragen, nml. baadje met oranje sjerp en ronde, zwarte hoed met oranje lint. Hij was toen 15 jaar en al twee jaar leerling op de Kweekschool. Olieverfschilderij G. de Braai 1851. Foto Willem Poldermans. van drie jaar werd hij op 1 juli 1852 ,,voor rekening van dit gesticht uitge rust en naar Zee gezonden als Jongen" met de kruisbark ,,Jan van Hoorn" onder kapitein J. Bouten. De reis ging naar Batavia en vandaar naar Val paraiso, om vanuit Valparaiso in 53 dagen naar San Francisco te zeilen, waar het schip 12 januari 1853 aankwam. Was het normaal al hard werken op de zeilschepen, op de ,,Jan van Hoorn" was er zelfs bij windstilte geen kans om eens even ,,'n blaasje te pikken", want kapitein Bouten was een zeer consciëntieus man, die altijd grote zorg aan de lading besteedde, waardoor er ook bij „flauwe winden en wind stilten" hard gewerkt moest worden. Toen hij dan ook ontdekte dat de la ding gerst er niet te best uitzag, nam hij maatregelen, die hij vanuit San Francisco dd. 13 januari 1853 als volgt aan zijn reder, Mr. P. Blussé van Oud-Alblas te Dordrecht rapporteerde: 76

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1977 | | pagina 78