JACOB CATS 1577-1660 DOOR DR. P.J. MEERTENS Wanneer Busken Huet in 1863 zijn Gidsartikel schrijft, later herdrukt in het eerste deel van zijn Litterarische Fantasien en Kritieken, met een gedocumenteerde aanval op Cats, zal hijzelf en met hem vele anderen van het literair toonaangevende Nederland wel gedacht hebben dat hij hem daarmee de doodsteek gegeven zou hebben. Huet had gezegd wat velen diep in hun hart precies zo vonden, al had niemand dat zo medogenloos, zo cy nisch gedaan. Huet had in Cats het Calvinisme veroordeeld. Dat diende hem een kwart eeuw later van repliek bij monde van Kuyper in de magistrale rede over ,,Het Calvinisme en de kunst" (1888). Hij brengt Cats tot zijn ware propor tie terug van volksdichter, als dichter voor het hele volk. Daarmee heeft Kuyper zijn betekenis aangegeven. Het bewijs zijn de beide herdrukken die onlangs zijn verschenen: de herdruk van de volledige werken van Cats bij de oud-gereformeerde uitgeverij De Banier in twee folianten en Mar- tinus Nijhoff, die een luxe-editie van de ,,Sinne- en Minnebeelden" en de ,,Spiegel van den ouden en nieuwen Tijdt" uitgeeft. Ze zullen er niet mee blijven zitten; Cats is nog lang niet vergeten. Jacob Cats is op 10 november 1577 in Brouwershaven geboren. Twee jaar tevoren had de bezetting, op de vlucht voor de troepen van Mondragon, de wijk genomen, nadat ze eerst het stadje in brand had gestoken; 350 huizen gingen in vlammen op met alle zoutketen en meestoven. Cats is temidden van bouwvallen geboren. Zijn ouders waren Adriaen Cats en Leenken Breijde. ,,Mijn ouders roemden nooit van edel bloed te wezen", zegt hij in zijn levensbeschrijving. Men kan deze zin op tweeërlei wijze uitleggen naar mate men de klemtoon al of niet op roemden legt. De Cats die het eerst genoemd wordt en die wel zal genoemd zijn naar het huis Die Catte, was Cornelisz. die meestoofmeester was, en de grootva der van de dichter. Hij had twee zoons; de oudste was de vader van Jacob, de tweede studeerde in Leuven, werd daar lector in de theologie en in 1576 provinciaal van de Franciscaner orde, maar stierf nog in hetzelfde jaar. Hij schreef twee boeken, uiteraard allebei in het Latijn, en zijn neef noemt hem met lof om zijn geleerdheid. Jacobs vader was dus katholiek groot gebracht. Hij was oorspronkelijk in de bierhandel werkzaam zoals half Brouwershaven. De overgang van het katholieke tot het protestantse geloof bracht verandering in zijn maatschappelijke loopbaan. Vooral op Schouwen en Duiveland en op Zuid-Beveland ging men gemakkelijk van het ene geloof op het andere over. Zo moet het ook met Adriaen Cats gegaan zijn. Hij was geen uitzondering. Zijn verkiezing in 1568 in het schepencollege luid de een reeks van overheidsfunkties in, die via het schepenschap tot het burgemeestersambt voerden en de hoge plaats aangaven die hij onder de burgerij van Brouwershaven innam. Hij was getrouwd met een brouwers dochter uit die plaats, wier vader ook schepen was en daarmee haar pa triciaat bewees. Jacobs moeder stierf, toen hij anderhalf jaar was en hij heeft haar dus niet gekend. De vier moederloze kinderen kwamen in huis bij een kinderloze zuster van hun moeder en haar man, die schepen van de stad was. Op zijn kosten mocht Jacob de Latijnse school van Zierikzee bezoeken, waar hij vier jaar is gebleven. Toen ging hij naar de hogeschool van Leiden. Hij laat zich inschrijven als Jacobus Breide, de naam van zijn moeder. Het was toen en nog lang daarna niet uitzonderlijk, dat men 5

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1977 | | pagina 7