zingen te onderwijzen, maar dat hij ook doorkneed bleek in de „leere des Geloofs" en van de Catechismus. De meester wordt dan ook meegedeeld dat hij met algemene stemmen in de vacature in Oosterland beroepen wordt, waarop hij meedeelt dat hij zijn benoeming aanneemt. De praeses leest hierna het schoolreglement voor, teneinde de meester te verduidelijken hoe hij zich in zijn onderscheiden diensten heeft te gedragen. Vervolgens wordt meester gevraagd of hij zich bereid verklaart in de ver schillende bedieningen zich te gedragen volgens de voorwaardengelezen uit het reglement. Meester Blom beantwoordde dit met een geredelijk en duide lijk JA, en bekrachtigde dit met zijn handtekening. Na deze plechtige ver klaring wordt meester Blom door het Collegium Qualification in zijn onder scheiden functies aangesteld met toewensing van zegen en aanmaning tot „naarstigheid" en „getrouwheid" in zijn onderscheiden posten. Op de vraag wanneer hij voornemens was ter aanvaarding van zijn bedienin gen over te komen, heeft de schoolmeester beloofd uiterlijk over veertien dagen te Oosterland aanwezig te willen zijn om op zondag 21 september zijn kerkedienst te beginnen en de maandag daarop volgende een aanvang met de schooldienst te maken. De vergadering neemt hiermee genoegen en verder niets meer aan de orde zijnde wordt zij door de praeses met dankgebed gesloten. Ziehier de eenvoudige geschiedenis van de wisseling van een schoolhoofd in het Oosterland van 1794. Ongetwijfeld is de kwaliteit van het onderwijs aan de jeugd vooruitgegaan sedert meester Blom over Oosterlands schooljeugd de scepter zwaaide. De kunde der onderwijzers uit die dagen stond echter op een laag pitje. We kunnen ons tenminste voorstellen dat de kennis van mees ter Verheulen, die in die dagen niet benoemd kon worden, uiterst minimaal was. Vele jaren zijn sindsdien verlopen en vele meesters hebben in Ooster land de belangen der jeugd behartigd. Veel van wat toen in zwang was, kent men thans niet meer. Daarom is het belangwekkend te zien hoe dorpsaangele genheden als hier geschetst zich in die tijden voltrokken. We hopen hierin, mede dankzij de authentieke gegevens die ons daarbij ten dienste stonden, te zijn geslaagd. (Dit artikel werd in enigszins andere vorm voor het eerst gepubliceerd in 1958 in de Zierikzeesche Nieuwsbode en de Provinciale Zeeuwse Courant.) Johannes Verheul (Verheulen) werd geboren te Nieuw Vossemeer en aldaar ge doopt op 5 juli 1772. Hij was in 1794 ondermeester te Dirksland en van 1797-1817 schoolmeester te Herkingen. Hij was daar ook gaarder van de ge- meenelandsmiddelen en van 1817 tot zijn overlijden te Herkingen op 13 dec. 1825 landbouwer op een hofstede aldaar. (Mededeling van de heer J.L. Bra- ber te Dreischor.) Naschrift van de redactie: Uit het slot van dit artikel kan afgeleid worden, dat de kwaliteit van het onderwijs op het eind van de 18de eeuw niet bepaald hoog was. Wij citeren hierover L.W. de Bree, Het platteland leert lezen en schrijven, pag. 5 (Amsterdam zj „Ten tijde der Republiek was het onderwijs een gewestelijke aangelegenheid, zoals ook de posterijen, de financiën, ja leger en vloot aangelegenheden van het gewest waren. De Staten ordonneerden de schoolreglementen en lie ten voor het overige de stads- en ambachtsbesturen vrij om tot stichting van scholen over te gaan of aan particulieren daartoe sanctie te verlenen. 100

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1978 | | pagina 102