DE VIJANDELIJKHEDEN TUSSCHEN HET HUIS DAMPIERRE
EN HET HUIS AVESNES OP SCHOUWEN-DUIVELAND
(ANNO 1304) EN DE ROL VAN PAIEDROGHE VAN CALAIS EN
JAN VAN RENESSE
DOOR DR. MR. H.P. SCHAAP
Er heeft, tot voor kort, veel wanbegrip bij ons geheerscht in zake de be-
teekenis van den (ten deele) „broederstrijd" tusschen Vlamingen en Zeeuw-
sche aanhangers van het Huis Dampierre eenerzijds en Hollandsche aanhangers
van het Huis Avesnes plus Zieriksee anderzijds, waaraan een Fransche vloot
onder den Genuees Grimaldi en den uit Calais afkomstigen Vlaamsch-Arteziër
Paiedroghe ten slotte een einde maakte ten nadeele van de Vlamingen en
Zeeuwen (aanhangers van het Huis Dampierre). Ik geloof, dat het zoo tot z'n
ware proporties is teruggebracht.
Zeer terecht schrijft dan ook Prof. dr. I.H. Gosses op blz. CLVII van het
door hem en dr. N. Japikse geschreven „Handboek tot de Staatkundige ge
schiedenis van Nederland" s-Gravenhage 1920: „Men mag hierbij niet
onderscheiden vaderlandslievenden en landverraders: een vraag, of Holland
Holland zou blijven, deed zich niet voor,Er was slechts deze kwestie:
wie zou hier regeeren, een Avesnes of een Dampierre. Een moeilijke keus
voor de bevolking, waarin persoonlijke genegenheid maar weinig kon meespre
ken"
Men vergete daarbij ook niet, dat Zeeland niet was Holland; ook Zie-
riks-ee, behoorende tot Zeeland-beOostenschelde was een Zeeuwsche stad en
niet een Hollandsche stad; terwijl Zeeland-beWestenschelde (Walcheren, Noord
en Zuid-Beveland en Tholen) van ouds Vlaamsch leen was. En de
SCHELDE, de stroom dien wij tegenwoordig de Oosterschelde noemen,
vormde eveneens van ouds de grensscheiding niet tusschen Holland en
Vlaanderen (maar) tusschen Vlaanderen en het Burggraafschap Zeeland.
Met de Heeren van Voorne als erfelijke burggraven van Zeeland. Waaruit de
gevolgtrekking valt te maken dat Vlaanderen, in de vroege middeleeuwen,
zich oorspronkelijk heeft uitgestrekt van Normandië tot aan de Bornisse en
den Maasmond.
VOORSPEL TOT DE GEBEURTENISSEN IN DE JAREN 1289-1302-1304
Tot een goed begrip van den loop der gebeurtenissen in de jaren hierboven
vermeld is het gewenscht, eerst kortelings samen te vatten hetgeen eraan
vooraf is gegaan. Waarbij men steeds in het oog dient te houden dat men
toen in het „feodale tijdperk" leefde, dat (voor wat Zeeland betreft) een
aanvang heeft genomen ten tijde van Robrecht de Fries, gehuwd met de dou
airière van graaf Floris I, in 1063 te Oudenaarde (in Vlaanderen) met el
kander in den echt verbonden.
En het was eenvoudig zóó in die tijden: „Cuius regio, eius religio", of
vrij vertaald in onze taal: „Wiens brood men eet, diens woord men spreekt".
In het algemeen sprak de feodale adel en de ministeriales het woord van hun
leenheer, en de opkomende burgerij (de poorters-mercatores) vooral als
ze zekere privilegiën had gekregen het woord van de haar begunstigende
vorst of graaf
102