De later graaf Floris V geheeten graaf van Holland was bij den dood zijns vaders slechts twee jaar oud. De voogdij over hem werd toen aanvan kelijk waargenomen door zijn oom, „Floris de Voogd" bijgenaamd. Deze was een redelijk en verstandig man, met wien de Zeeuwen het goed konden vinden, zoowel de adel als de poorters. Hij, Floris de Voogd, schonk aan Zeeland ook een keur, waaronder het goed leven was; „en hi dede ende liet wat hi woude, alse een Lantshere doen zoude" (Melis_Stoke IV, v. 13 e.v.). Floris de Voogd stierf binnen Antwerpen, na een tournooi (steekspel)op 26 maart 1258 en werd met veel plechtigheid begraven in de Abdijkerk te Middelburg, („in monasterio Middelborchgensiordinis Premonstrensis" In de voogdij over den minderjarigen Floris V volgde toen de tante van den jongeling op: Aleyd van Holland, die veel voor de opvoeding van den jongen Floris heeft gedaan en zij deed hem „Walsch ende Dietsch leeren wèl." (Walsch Fransch, en Dietsch Nederlandsch volgens modern spraakgebruik. Men onthoude hierbij steeds dat onze huidige Oosterse helde (niet de Honte of Westerscheldede grensscheiding vormde tusschen eener- zijds het Graafschap Vlaanderen en andererzijds het Burggraafschap Zeeland (ook Zeeland-beoosten-Schelde genoemd.) Aleyd van Holland overleed tusschen 1 maart en 9 april 1 2 8 4 en werd naar Valencijn (Valenciennes) in Zuid-Henegouwen vervoerd en daar in het koor der Dominicanen bijgezet. Met het aan 't bewind komen van Floris V, uit alle schoolboekjes van de lagere school (thans basisschool geheeten) bij de kinderen bekend (en ver heerlijkt!) als „der keerlen god", begint de ellende (sit venia verbo!), en niet alleen in Holland, het Sticht enz., maar ook in Zeeland. Floris V was waarlijk niet de edele, „progressieve" keerlen god, zooals de schoolboekjes en (althans mijn) brave onderwijzers van het L.O. het gaarne voorstelden. Verre van dien! „Eene poging der Kennemers (1268) om van de feodaliteit zich los te maken is door Floris V in bloed gesmoord en gestraft met het platbranden van Am sterdam. (zie: Ter Gouw, „Geschiedenis van Amsterdam" I, blz. 391 e.v.; en C^_Busken_Huet„Het Land van Rembrand" I, blz. 113.) Wat zullen „de Kerels" dat leuk gevonden hebben!! En voor wat Zeeland betreft: wij zagen dat Zeeland (tusschen Hedensee en Bornisse) leefde onder de keur van 1258, geschonken door Floris de Voogd en den Burggraaf van Zee land, Henric van Voorne. Floris V echter schond herhaaldelijk 's lands keu ren, b.v. door onvrijen recht te doen spreken, en zaken die niet tot zijn competentie behoorden, aan zijn baljuwen te brengen; en voorts - tegen het gewoonterecht in - goederen verbeurd te verklaren; en ten slotte: dat hij (Floris V) maar al te graag de dochters van leenopvolging uitsloot om die leenen aan de graaflijkheid te doen toevallen, (zie dr. Henri_Obreen, „Flo ris V, 1256-1296" - Gent 1907, blz. 124). Neen, „de sleutel tot het voortreffelijke in Floris V moet nog gevonden worden. Het zou hem tot eer kunnen verstrekken Melis Stoke's fraaiste blad zijden te hebben ontlokt, ware het niet dat Stoke's doorzicht nooit op een zelfde hoogte als Stoke's letterkundige verdiensten is geweest." (Busken Huet, a.w.blz. 145.) Om kort te gaan: toen op 27 juni 1296 Floris V buiten het slot van Muiden door een der Stichts-Hollandse heeren werd gedood men is gewoon hier van „moord" te spreken, doch ten onrechte, want het was doodslag en geen moord- met-voorbedachten-rade, de 'samenzweerders' hadden de bedoeling den ge vangengenomen Floris naar Engeland uit te leveren, n i e t om hem te doo- den, had vrijwel de geheele Zeeüwsche adel reeds zes jaar tevoren 103

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1978 | | pagina 105