- dr. C.M. van Hoorn - en talrijke particulieren, die zich beschikbaar
stelden voor hand- en spandiensten. De brandweerkommandant, een predikant,
Leger des Heilsmensen en verschillende hoofden van dienst sprongen bij om
te doen wat de hand vond om te doen.
Het ergst getroffen werden de straten in het Havenkwartier en andere omlaag
naar de benedenstad voerende straten, maar - om een beeld te geven - de
Poststraat bleef droog van de hoek Korte St. Jansstraat tot aan het Leger-
gebouw „De Lichtboei" en dan (natuurlijk) de Dam vrijwel geheel; andere
straten (als Rode Dorp, Steiltjesstraat, Minderbroederstraat, Lammermarkt)
kregen betrekkelijk maar weinig water. In eerste instantie kregen de Wan
delingen, grachtwegen, Blokweg en Kadeweg weinig water, maar later (terug
kerende vloed(en) veranderde dit op verschrikkelijke wijze. Die latere
komst van het water heeft nog veel partikulier bezit verloren doen gaan,
omdat het aanvankelijk wegblijven van het water voor betrokkenen misleidend
werkte
In de typische ramparea was de chaos kompleet: huizen werden ondermijnd,
straatplaveisel werd weggespoeld, sommige huizen stortten in, kelders wer
den overstroomd, de woonkamers kwamen vol water te staan. Ronddrijvend ma
teriaal veroorzaakte verder veel schade aan huizen en tuinen. Gestuurd
door de stroom „bonkten" olievaten, drijvend wrakhout en andere losgesla
gen attributen tegen de muren, die toch al hadden geleden van de eerste
watergolven.
Hoe erg het was bleek toen een grauwe wintermorgen wat vaal licht over ver
woest Zierikzee liet schijnen. Het ergst was de toestand in en rond het
Havenkwartier. Die chaos in aanmerking genomen, is er verwondering dat nog
niet meer slachtoffers zijn gevallen in deze watervloed. Sommigen kwamen
om toen de huizen instortten, anderen verdronken in het kolkend water in
de straten, weer anderen vonden de dood in de huizen.
Het rapport: „Op de Nieuwe Haven stond het water om 1 uur 's nachts tegen
de stoepen en bijna een kwartier later tegen de huizen. Omstreeks die tijd
werd door de wakers de toestand als „zeer ernstig" gekwalificeerd. Tussen
2 uur en 3.45 uur stroomde het water met groot geweld de huizen binnen".
In de Hoofdpoortstraat kwam omstreeks 2 uur het water al over de vloedplan
ken. Verhoging van de planken was ook hier niet meer mogelijk. In één der
planken werd door de stroom een groot gat geperst en daarna ging het snel.
Mensen bij de vloedplanken moesten even later rennen voor hun leven. Het
leek in deze straat alsof een staaf ijs (waterkolom) met een snelheid van
40 km per uur met een grommend geluid als onweer het Slingerbos inschoof.
De vloedgolf schoof in de straat het plaveisel voor zich uit, zodat in
plaats van een straat een diepe geul ontstond, die een wirwar van draden
en buizen toonde, een chaotisch beeld, dat velen nog in herinnering hebben.
Enkele huizen sloegen ook weg in deze straat en de bewoners werden - na een
ijskoude, avontuurlijke tocht door het water - wonder boven wonder gered.
De door de vloed veroorzaakte opening is na de ramp niet volgebouwd, maar
gaf - in het kader van de wederopbouw - ruimte voor een rondweg rond Zie
rikzee (Laan van St. Hilaire)
In dit artikel worden slechts enkele facetten belicht van het 200 pagina's
tellende rapport dat de schrijver, de heer G.J. Vorstheuvel Labrand, siert
vanwege zijn accuratesse en volledigheid. De rapportage heeft vooral ver
dienste door het feit dat vele tientallen inwoners van Zierikzee korte in
terviews zijn afgenomen. Het zijn even zovele varianten op het thema storm
vloed, maar ze lenen zich niet voor een samenvatting.
11