Laten we beseffen, dat in de loop der tijden terpen, en zelfs Deltadammen, slechts momenten blijven markeren, terwijl ze op zijn gunstigst eens monu menten worden. Was er destijds, zo'n 10 eeuwen geleden in deze omgeving nog sprake van een zeker evenwicht tussen de hoogte van de waterstand en de hoogte van het land, tegenwoordig liggen vele polders, stads- en dorpswij- ken op een niveau van 2 a 3 meter beneden het normale hoogwaterpeil Hoe zal de situatie er uitzien als er weer eens 10 eeuwen zijn verstreken? Niet dat we ons daarover behoeven te bekommeren, maar de vraag komt wel eens boven als we bedenken dat de eerste bedijkingen in dit land nog maar een goede 1000 jaar oud zijn. De bodemdaling gaat door. Het normale hoogwaterpeil bereikt nu twee keer per etmaal een hoogte, die gemiddeld overeenkomt met de hoogte van het plafond in de huiskamer van verreweg de meeste woningen op Schouwen-Duiveland. Wie denkt daaraan, wie staat daar bij stil? Zeker de bewoners van stad en dorp, van de lage polders die de ramp van 1 februari 1953 hebben meegemaakt. Zij wèl. Maar de jongeren, diegenen die hier later zijn komen wonen, of de mensen elders in West-Nederland, in de grote steden, in de grote nieuwe en vaak zo diep gelegen wijken? Weten of beseffen zij daarvan iets? Weten zij wat allemaal nodig is om „droog" te blijven? Kennen zij iets van de taak van de mensen die altijd in de weer zijn om de dijken te onderhouden of van hen die dag in dag uit de grote poldergemalen bedienen om het overtollige water uit te malen? Wat zou er gebeuren wanneer zij hun werk eens enige tijd zouden neerleggen? Onmiddellijk stond alles onder water, de velden, de wegen, de steden, de dorpen, de fabrieken, de huizen. Zo zijn wij niet alleen afhankelijk van de sterkte en de hoogte van de dij ken, van de vele sluizen en van kademuren van de havens, maar ook van de gestage werking van bijvoorbeeld de poldergemalen. Omdat deze gemalen ge deeltelijk elektrisch, gedeeltelijk met dieselmotoren worden gedreven, mag de stroomvoorziening niet uitvallen, terwijl er voldoende dieselolie aan wezig moet zijn. Er ligt dan ook niet zomaar voor een jaar extra diesel olie in opslag bij het PrommelsluisgemaalTrouwens, wat betekent een jaar? Wanneer de olietoevoer wordt afgesneden of de elektriciteitsvoorziening stagneert, is het lage West-Nederland wel extra kwetsbaar. De voortdurende stroming van het water, veroorzaakt door eb en vloed, tast de vooroever van de zeedijk aan, 'ondermijnt de zeedijk. Deze dijk kan dan opeens wegschuiven, de diepe geul in. Zo'n dijkval komt als een dief in de nacht. Deze vallen komen in deze vorm nergens ter wereld voor, alleen in Zeeland. In vroeger tijd moest men almaar terugwijken. De dijk was niet te houden, er ging land verloren en men viel terug op de inlaagdijk, die nu zeedijk werd. Een nieuwe inlaagdijk werd als reserve, als slaper weer aangelegd. Bekend is het rijmpje: „Wie voor mij vreest en van mij vliedt verteert zich zelve en komt tot niet" Schouwen werd „in plaats van rond en effen een halve wassende maan". Immers, duizenden gemeten (1 gemet is ongeveer 0,4 hectare) grond en minstens 8 dorpen gingen verloren in de Oosterschelde aan de zuidkant van Schouwen, voornamelijk in de 15e en 16e eeuw. Ter bescherming worden tegenwoordig duizenden m2 van de vooroevers bestort met steen of belegd met zware matten, inderdaad grote verbeteringen. Maar 14

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1978 | | pagina 16