richting van een nieuwe visserij te Zierikzee volgens een plan dat 24 pun
ten bevatte en waarvan het ontwerp reeds in 1817 door enige voorname inge
zetenen was klaargemaakt. Nadat het stadsbestuur hiermede accoord was ge
gaan, werd voor het plan goedkeuring verzocht aan Zijne Majesteit de Ko
ning. Deze toestemming kwam op 26 april 1818.
Daar voor de oprichting een bedrag, groot 200.000,nodig was, terwijl
uit particuliere inschrijvingen 97.650,was binnengekomen, werd door
Koning Willem I bovendien aan de gemeente toestemming verleend het tekort
bij wijze van voorschot te mogen aanvullen uit het legaat van Mr. P. Mogge
(destijds door deze beschikbaar gesteld voor de oprichting van een univer
siteit te Zierikzee)In totaal werd er uit dit legaat een bedrag van
130.000,bijgepast, verkregen door de verkoop van de Engelse fondsen,
van dit legaat deel uitmakend.
De bedoeling was dit voorschot mettertijd uit de winst der onderneming af
te lossen. Dat de verwachtingen hoog gespannen waren, blijkt wel uit de
leerrede van Ds. J.A. Dompeling, gehouden in de Grote Kerk te Zierikzee op
28 november 1819. De vroegere welvaart zou spoedig in de stad weerkeren.
Er zou voldoende werk komen voor iedereen. De winkels zouden goede zaken
maken en de toeleveringsbedrijven zoals scheepswerven, touwslagerijen,
zeilmakerijen en wat niet al, zouden de grond uitschieten.
DE ORGANISATIE VAN DE „NIEUWE VISSCHERIJ"
„De Nieuwe Visscherij" zoals zij in 1818 werd opgericht, was een voor die
tijd bijzondere ondernemingsvorm. Doel was niet primair het maken van winst,
maar het bevorderen van de welvaart van de stad. Tegenwoordig zouden we
haar het beste kunnen omschrijven als een bedrijf met overheidssteun. De
particuliere deelname geschiedde in actiën van 100,met dien verstande,
dat de laagste inschrijving voor het tot stand brengen van het kapitaal
100,moest bedragen, terwijl de hoogste onbepaald was. De opklimming
moest met 50,tegelijk geschieden. Voor deze inschrijfbedragen werden
obligaties uitgegeven, die 4 rente per jaar zouden opleveren. Het totaal
bedrag van de particuliere inschrijvingen ten behoeve van het fonds tot
oprichting van de Nieuwe Visscherij bedroeg 97.650,waarvan de in
schrijvers uit Zierikzee het grootste deel voor hun rekening namen.
Plaats
Totaal der inschrijvingen
Zierikzee
74.100,—
Brouwershaven
100,—
Noordgouwe
600,—
Dreischor
400,—
Burgh
500,—
Ellemeet
1.100,—
Haamstede
2.800,—
Zonnemaire
1.250,—
Noordwelle
400,—
Renesse
400,—
Ouwerkerk
100,—
Utrecht
900,—
Middelburg
3.100,—
34