s-Gravenhage 1s-Hertogenbosch Tholen Gent St. Maartensdijk Colijnsplaat Goedereede 1.400,— 2.000,— 100,— 100,— 8.000,— 100,— 200,— Totaal 97.650,— De interestbetalingen en ook de jaarlijkse aflossingen op het ingeschreven kapitaal zouden worden voldaan uit een vast fonds, nl. de 5 impost, een speciale stedelijke belasting van 5 van de bruto-opbrengst der door de schepen aangevoerde zoute en verse vis (2s* hiervan werd door „het schip" betaald, de andere ZH door de kopers van de vis)Men koesterde de hoop de particuliere inschrijvingen op deze manier in 16 jaar te kunnen aflos sen. Ook het bedrag, afkomstig uit het legaat-Moggezou uit de 5 impost worden afgelost en wel nadat de aflossingen op de particuliere inschrijf- bedragen waren voldaan. Bovendien zou een fonds tot instandhouding van de visserij opgericht worden, een soort verzekering tegen allerlei verliezen en nadelen. Hiertoe zou jaarlijks per schip 300,in dit fonds gestort worden. De gelden, afkom stig uit dit fonds (ook wel het inaliënabel fonds genaamd)werden belegd in inschrijvingen op het grootboek van werkelijke nationale schuld a 2*5 Spoedig werd de jaarlijkse bijdrage van 300,per schip vervangen door 5 van de bruto-opbrengst der aangevoerde zoute en verse vis. Dit bedrag werd geheel door de eigenaar van het schip betaald. (Het bedrag dat gere serveerd werd voor het inaliënabel fonds, zo genoemd omdat de gelden enkel en alleen voor de instandhouding der visserij gebruikt mochten worden, werd toen gelijk aan dat van de 5 impost.) De directie van de onderneming zou bestaan uit een Commissie van Toezicht van zeven leden. Hiertoe zouden door enige notabele ingezetenen van de stad üit alle burgers die als aandeelhouder voor „De Nieuwe Visscherij" hadden ingeschreven, 21 personen worden aangewezen, welk aantal door de gezamen lijke intekenaren teruggebracht moest worden tot 14. Deze nominatie van 14 personen zou aan de raad der stad worden aangeboden, welke hieruit de ze ven personen zou kiezen die de Commissie van Toezicht zouden vormen. De le den van deze commissie zouden zelf geen bezoldiging genieten, alleen een defroyement. 2) De commissie koos uit haar leden Jonkheer Mr. W.A. de Jon ge tot president en de heer N. de Kater tot vice-president. De andere le den waren de heren A.J. van Borrendam, J. van Adrichem, C. van de Polder, D. Lon en A. Kerkhof. Natuurlijk vonden in de loop der jaren de nodige mu taties plaats. Verder werden aangesteld een secretaris (Jonkheer W.D. de Jonge) en een thesaurier (C.A. Cau)Hoewel het aanvankelijk de bedoeling was de secretaris, in tegenstelling tot de thesaurier, niet te belonen voor zijn diensten, werd hiervan spoedig afgestapt i.v.m. diens uitgebreix de werkzaamheden. Ook werd nog een kantoormeester benoemd (Corn, van der Thoorn)zijn voornaamste taak was het bijhouden van de administratie van de op de vismarkt verkochte vis (verkoopprijzen van de vis, namen van de kopers, soorten der aangevoerde vis)Bovendien moest hij de op de vismarkt ontvangen gelden afdragen aan de boekhouders der verschillende schepen. 35

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1978 | | pagina 37