DE SCHEPEN
Oorspronkelijk wilde men in totaal zestien schepen laten bouwen of door
aankoop verwerven. Elk jaar zouden er vier gebouwd of aangekocht worden,
zodat in vier jaar alles afgerond zou zijn. Men gaf de voorkeur aan zgn.
vischchaloupen 3) of boeten, omdat deze het geschiktst en het voordeligst
zouden zijn voor de visserij
Reeds in de gemeenteraadsvergadering van 12 januari 1818 waren verschillen
de mogelijkheden geopperd om aan bedoelde schepen te komen. Men zou ze zelf
kunnen bouwen op de Zierikzeese stadswerven, die hiertoe dan eerst in orde
gemaakt moesten worden. Ook zou men de werf van meester-'-scheepmaker Mom
maas alhier kunnen huren. Een derde mogelijkheid was de schepen compleet
vanuit Oostende of uit Vlaardingen en Maassluis te laten komen. Eventueel
zou men zelf de tuigage dan nog kunnen leveren.
Om tot een keus te komen werd door de Commissie van Toezicht uit haar mid
den een subcommissie samengesteld, die zich naar Vlaardingen en Maassluis
zou begeven om informatie in te winnen over de aankoop of aanbouw en de
daaruit voortvloeiende kosten. Nadat deze commissie van haar oriënterings-
reis was teruggekeerd, werd besloten aan de volgende personen een bouwop
dracht te verstrekken:
1. aan Ewoud van der Hoog te Maassluis. Deze kreeg toestemming een schip
te bouwen lang 72 voet, wijd 19 voet, 10 a 11 voet hol, het bun 20 voet
4) Amsterdamse maat. Verder hoekerstuig, de nodige schotten, mast, be
zaanmast 5)kluiffokkenhout 6)vier raas 7)beschietwerk, kooien
en de leverantie van spijkers en teren. Dit alles voor de prijs van
8.300,en vier gouden rijders 8). De betaling zou op de volgende
wijze geschieden: als de kiel en stevens zijn gelegd 4.300,
als het schip in de houten staat 2.000,
als het afgemaakt en geleverd is 2.000,
de 4 gouden rijders.
Dit schip zou later als naam krijgen „De Zierikzeesche Visscherij".
2. aan D. de Zeeuw te Vlaardingen. Deze kreeg toestemming een iets kleiner
schip te bouwen voor de prijs van 7.500,Dit kreeg de naam „Zierik-
zeesch Welvaren"
3. aan Wouter van der Vliet, meesterknecht op de werf van de heer De Jong
te Maassluis. Deze zou een schip bouwen op de werf van Mommaas te Zie-
rikzee voor 7.800,Daar Wouter over geen eigen middelen beschikte,
schonk te Commissie van Toezicht hem een bedrag van 300,benevens
een voorschot voor de aankoop van het benodigde gereedschap. Verder zou
de heer Mommaas trachten een woning voor hem te vinden. Deze wist ten
slotte een woning die hij zelf in eigendom had gelegen aan de Scheeps-
timmerdijk, maar die reeds verhuurd was aan een ander, vrij te maken.
Wouter van der Vliet moest hiervoor een huurprijs gaan betalen van
72,per jaar. Ook verhuurde de heer Mommaas hem nog een nabijgelegen
pakhuis, eveneens voor 72,per jaar. Het door Wouter van der Vliet
te bouwen schip zou later de naam van „Willem den Eersten" krijgen.
4. Aan Willem Mommaas, meester-scheepmaker te Zierikzee. Ook deze kon een
schip bouwen voor de prijs van 7.800,Dit schip zou later de naam
voeren „De stad Zierikzee".
De heer Hugo Calisvaart, woonachtig te Vlaardingen, kreeg van de Commissie
van Toezicht de opdracht een oogje in het zeil te houden bij de bouw van
de te Vlaardingen en Maassluis bestelde schepen.
37