SOS* y Z'Ss's/Ar, Aj> AAz/sSs ssse r~ St//? ScSAfs/ s* As, As J, JZ- Ass/^JcsyAZX's'-/} AyZ ')X.'fï^^X/XZixa /srz/ir* /f'X/3t4-fA> X 1 \AS,S-S4~?Ss /c'y, SJr t/SyyyyAns/f^j^ Xf. iX -,-• .4- Sé) ÊX4 6és^/zSr/r-j^ SéP A Q /2 S4./2 s, 2 jAssi^tf.^ 2 t, 2^~2iX> - /A --» 4 i c<=>ï7é --.3 04. -> A °- ---..» v 2 20 yé.sz IfsXXa,,* s.SXjssy &>€h ASS*sAA. yi s^ss/i^//s2> A A A //Zr/y&yyS^, /Zc/jC-Zfs Ssyy s>„ ss^y.. A/Z/S^*"^^^/sa,<9A /3 'YX&'ZtPJf. ^y. X'"" I XX'~>i**A jauwen aangevoerd werden, de bemanning er ook één kreeg en bij 100 of meer ieder een halve. Onder de 100 aangebrachte levende kabeljauwen werd niets extra's uitgereikt. Al deze regels waren gedurende het bestaan der onderneming regelmatig aan veranderingen onderhevig. Ondanks alles kon toch niet voorkomen worden dat vaak clandestien vis aan de equipage werd uitgereikt, al dan niet met mede weten van de schipper. Behalve aan de bemanning werden ook levende kabeljauwen uitgereikt aan de stedelijke geestelijkheid. Zo ontving de hervormde predikant, zijn Lutherse collega en de pastoor elk jaar een levende kabeljauw, in ruil voor het jaar lijks houden van de visserspreekwaarbij Gods zegen over de onderneming werd afgesmeekt. 42

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1978 | | pagina 44