In 1862 verzocht de gemeente Haamstede aan de Staten van Zeeland om toe stemming voor de aanleg van een nieuwe haven en nadat de Staten daarop gun stig hadden beschikt, ontstond de derde haven van Burghsluis. Het werd op nieuw een kleine tijhaven voorzien van twee kadewanden die een scherpe hoek met elkaar vormden. In 1872 werd de haven verbeterd voor een totaal bedrag van 14.700,en in 1888 onderging de haven nogmaals een kleine uitbreiding. Tot 1953 is de derde haven van Burghsluis als zodanig in ge bruik geweest. Als landbouwhaven was hij niet zonder betekenis - voor zo ver althans de afvoer van landbouwprodukten betreft -. Voorts was er een vaste beurtverbinding met Rotterdam en kwamen er regelmatig vissers over nachten. Ook de aanvoer van produkten waaraan de streek behoefte had, was niet zonder betekenis. De derde haven van Burghsluis naar de toestand van vóór 19So. In de loop der jaren ontstond achter de dijk van de derde haven van Burgh sluis een nieuwe nederzetting. Het gehucht dat al spoedig het nieuwe sluusje werd genoemd, bestond slechts uit één rij huizen, gelegen langs een weg. In 1920 woonden er vijftien gezinnen en stonden er twee café's, nl. het Schippershuis van L. Jonker en het café - annex bakkerij - van M. Hendrikse. Het Schippershuis werd in 1927 opgeheven en het café met de bakkerij van Hendrikse verdween in 1945. Na de ramp in 1953 onderging de derde haven van Burghsluis een enorme uit breiding. Toen werd namelijk een groot gedeelte van de Bootsinlaag wegge- baggerd en bij de bestaande haven getrokken. Het nieuwe gedeelte werd in verband met het herstel van de rampschade ingericht als werkhaven. Deze haven veranderde nadien niet meer en is ook tijdens laagwater bereikbaar. 64

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1978 | | pagina 66