Van de vijf zonen, van „den ouwen Jaop" van der Klooster zijn Marinus en Kees dus schipper op de reddingboot geweest, benevens kleinzoon Jacob. Van de drie andere zonen was Andries lichtwachterDirk daarentegen behoorde wel tot de bemanning van de reddingboot, terwijl Nelis eveneens verscheidene tochten meemaakte, getuige de onderscheidingen die ook hem ten deel vielen. Voorts verzorgde Nelis de verlichting op het havenhoofd, vertegenwoordigde hij ter plaatse de stormwaarschuwingsdienst en was hij vertegenwoordiger van een bergingsmaatschappijhetgeen inhield dat hij -als er een schip strandde- probeerde om met de kapitein een bergingskontrakt te sluiten. DIRK VAN DER KLOOSTER EN ZIJN ZONEN Tot dusver werd vrijwel uitsluitend aandacht geschonken aan Jacob van der Klooster en zijn zonen. Maar Dirk van der Klooster en diens zonen Marinus en Dirk, verdienen onze aandacht evenzeer. Tussen beide families boterde het niet altijd even goed. Dirk en zijn jon gens werden door de jongens van den ouwen Jaop niet helemaal voor „vol" aangezien. Enige afgunst en broodnijd was aan deze familieverhouding niet helemaal vreemd. Een treffend voorbeeld daarvan was onder meer de volgende gebeurtenis. Op nieuwjaarsdag van het jaar 1890 strandde op de Banjaard de vrachtvaarder „Iguique". Het is niet onwaarschijnlijk dat bij de familie van Jacob de jaarwisseling nog wat zwaar in de benen zat, waardoor het feit van de stranding aanvankelijk aan hun aandacht ontsnapte. Hoe het ook zij, het was zowaar Marien van Dirk, die met zijn hoogaars HS.3 het eerste het gestrande^ schip wist te bereiken. Met negentien geredde schepelingen aan boord en de vlag in top keerde Marien terug in de Burghsluise haven. Nader hand volgde de reddingboot met één geredde. In de kleine gemeenschap van het ouwe sluusje zal daar wel het nodige over te doen zijn geweest. Ik neem aan dat de stunt van Marien van der Klooster voor oom Jacob en zijn zonen nauwelijks te verteren is geweest en dat na dat voorval hun waakzaam heid nooit meer is verslapt. Ondanks deze familieverhouding behoorde ook vader Dirk van der Klooster jarenlang tot de vaste bemanning van de reddingboot. Voor moedig gedrag kreeg hij zilveren medailles in de jaren 1875 en 1880. Ook zijn zoon Dirk behoorde tot de vaste bemanning van de reddingboot. In 1892 kreeg hij voor zijn moedig gedrag eveneens een zilveren medaille. Op de hierbij afgedrukte foto staat hij afgebeeld. Gekleed in de dracht van zijn tijd komt hij over als een echte Klooster, taai, onverzettelijk en zelfbewust. Deze foto werd vermoedelijk omstreeks 1900 of iets eerder gemaakt. Ofschoon het ondoenlijk is om in een kort bestek al hun belevenissen weer te geven, is er één gebeurtenis die zeker niet onvermeld mag blijven. Het betreft een zeldzaam staaltje van moed en opofferingsgezindheid, dat lang geleden werd betoond door Marius, een zoon van Marien van Dirk van der Klooster. In de koude winternacht van 30 op 31 januari 1913 drong op de een of ande re wijze in Burghsluis een gerucht door dat er bij Westenschouwen een schip in de branding zat. Marius van der Klooster besloot poolshoogte te gaan ne men. Toen hij aan het strand kwam, bleek er een Belgische vissloep in de branding te zitten. Een aantal mensen had tevergeefs getracht een verbin ding tot stand te brengen. De zee ging geweldig te keer. Nadat hij de toe stand had overzien, besloot Marius tot aktie over te gaan. In de moeilijkste 75

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1978 | | pagina 77