Detail van een kaart van Schouwen uit 1540 van A. Hofferus. plm. 40 meter afstand zuidoostelijk van het tegenwoordige restaurant „Wes- tenschouwens Welvaren". Die plaats, het voormalig boerenerf van gebr. Van de Zande, wordt nog „Het Kerkhof" genoemd. In de laatste helft van de vo rige eeuw was het bouwland. Als er eerder een kerk met toren is geweest, moet die zeker ter hoogte van het strand hebben gestaan, waar ook nu nog resten van het oude Westenschouwen zijn te vinden. Romeinse muntvondsten daar, daterend van 54 tot 273 na Chr. en o.a. Karolingische munten wijzen op hoge ouderdom. De legende van de meermin moet dus ouder zijn dan 1845, want de toren zou volgens het verhaal blijven staan. Deze eenvoudige con clusie kan getrokken worden uit de legende van Westenschouwen, die ik „de legende van het misverstand" zou willen noemen, want nu wordt de Koudekerk- se plompe toren aangezien voor het bouwwerk dat zou blijven staan. Westenschouwen bezat als zelfstandige heerlijkheid zijn eigen rechtbank, bestaande uit een schout, vijf schepenen en een secretaris. Oorspronkelijk werden de bijeenkomsten van de rechtbank in het dorp zelf gehouden, doch in de 17e en een deel van de 18e eeuw werden de vergaderingen gehouden op 83

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1978 | | pagina 85