moest verschijnen werd dit delict van de 40-jarige boer nauwkeurig omschre ven. Kennelijk was achter zijn boerderij het strand gemakkelijk te bereiken via de toen nog lagere duinen. Men kent deze voormalige duinovergang nog als Toledo's gat. Op verzoek van de rentmeester-generaal beoosten Schelde W.C. Ferleman en met goedvinden van het gerecht te Westenschouwen werd huiszoeking gedaan. Ze vonden o.a. 17 pijp duigen 3) in de spinde kruiken en een ankervat wijn en in de schuur onder het stro verstopt zeil en touw werk. Op zijn verweer het te hebben gekocht van marskramers en soldaten I werd niet ingegaan. In februari 1803 werd de president-schepen geschorst. Interessant zijn de prijzen te Westenschouwen. In 1804 kocht Hendrik Bra- ber een woonhuis van Jacob den Boer voor 35 pond vlaams. Hout was in ver houding duur. „Den Armen van Westenschouwen" kocht eveneens voor 35 pond vlaams een elzenbos (voor hakhout en musters 4) van Cornells Vis. In de Burghse polder lagen toen nog verschillende percelen bos. Minder bedeelden kregen hiervan 's winters stookhout. In 1810 werd gemeld aan de kwartier drost van Schouwen „dat de prijzen des levensmiddelen betreft, er bij ons geene winkels als ook geen bakkers zijn, en wat het kooren en andere grane aangaat wordt ordinair gerekend naar de prijzen van Zierikzee. Het hooi en stroo is hier in kleine hoeveelheid zodanig, dat daarvan door landlieden niets wordt verkocht. Het brandhout wordt alhier verkocht de 100 musters tegen 7 pond 10 en het blokhout tegen 10 pond per duizend." Duidelijk was het dus een eenvoudige gesloten agrarische gemeenschap. Braber en van To ledo waren de grootste veehouders. De vijf boeren te Westenschouwen hadden tesamen 60 stuks vee. Op 2 dec. 1810 schrijft Leendert Bolle, secretaris van Westenschouwen en Westland aan de Sous Prefect van het arrondissement Zierikzee: „Ingevolge Uw edelgestrenge aanschrijving in dato den 28 novem ber 1810 hebben wij de eer om Uwed. Gestrenge te berigten dat wij het Feest der Kroning van zijne majesteit den Keizer en Koning als ook de bataille van Austerlitz, hebben gevierd met de eerbewijzen zoals onze plaatselijke gelegenheid dat toe liet". Hoewel het een feest voor de bezetter was, is het mogelijk dat er, omdat er weinig te beleven viel, inderdaad feest ge vierd is in Westenschouwen. De 27e december van hetzelfde jaar werd een nieuwe gemeenteraad geïnstalleerd, Leendert Bolle wordt dan maire. Er ver schijnen nieuwe namen in de gemeenteraad, behalve Roedoe, Braber en Boot zijn nieuw Michiel Dalebout, A. Dartig en Louwerens Verton. A. van Toledo werd ook als schepen in ere hersteld. In de Franse tijd bestonden nog belastingheffingen, die in de latere tijd verdwenen, o.a. dienstbode-, karos-, wagen-, paarden-, zout- en familie- geld. Voor laatstgenoemde belasting werd alleen A. van Toledo aangeslagen, nl. jaarlijks 10 schellingen 5). Het laatste huwelijk, dat voor de samen voeging met de gemeente Burgh in de Rechtkamer werd voltrokken, was dat van Bartel Boot en Elisabeth Kooyman. Het was op 26 april 1815, dat de 31 jarige landbouwersknecht Boot de 10 jaar oudere weduwe Braber-Kooyman huwde. Van 1813 tot en met 1815 werden in de gemeente Westenschouwen zes kinderen ge boren en overleden zeven mensen, terwijl één huwelijk (hierboven genoemd) werd gesloten. Hiermee eindigde de aparte burgerlijke stand van Westen schouwen, die voortaan onder de Burghse administratie viel. Uit een nota riële akte van 12 september 1828 bleek C. van Lillo intussen herbergier te zijn. Hij moet dit reeds in 1823 zijn geworden, misschien zelfs nog zeven jaar eerder. Op bovengenoemde datum vond bij opbod verpachting plaats van de landerijen, die toebehoorden aan het Plaatselijk Armbestuur van Westen schouwen. Dit was een evenement dat iedere zeven jaar terugkeerde en dat een gezellige drukte gaf in of voor de herberg. In 1828 waren dat 10 per- 86

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1978 | | pagina 88