ceeltjes, de kleinste 32 are en de grootste 1 ha en 6 are. Landbouwer Jo-
hannis de Vlieger pachtte 3 ha 53 are „bosettingen" 6) tussen het Wisse
Wekken 7) en het Verschoonde Wekken voor jaarlijks 16 de hoop. In 1835
verpachtte het Armbestuur met als president L. Bolle wederom alle percelen.
Notaris Jan de Kater beschreef dit. Na roven oogst 8) 1836 kwamen de nieu
we pachters, of soms ook dezelfde aan bod. Cornells van Lillo huurde de
herberg voor de volgende periode. Hij werd beschreven als dijkbaas en pacht
te ook een perceel „koornland" van 98 roeden en 36 ellen voor 28,32 de
hoop. Landbouwer M. Beije van Burgh was zijn borg. In dat tijdvak overleed
Van Lillo. Zijn weduwe Dina Lepeltak huurde daarna het pand voor de volgen
de zeven jaar, ze betaalde 48 per jaar.
Een jaarlijks evenement was de strao. In de vorige eeuw gingen tijdens dit
folkloristisch gebeuren paarden met ruiters niet gezamenlijk naar Westen-
schouwen, maar de stoet boerenpaarden stelde zich pas op vóór de herberg,
om dan de rit naar het strand en later naar Burgh en Haamstede te beginnen.
In 1846 schreef Van Oosterzee: „Eene paardenparade zonder koopers of ver-
koopers, die voeten wassen op 't strand, een jaarmarkt zonder nadagen, eene
kermis zonder kramen, geene autoriteit bekend, zonder officieel karakter,
in geen almanak opgegeven, conventioneel ontstaande, conventioneel eindi
gende, een dag van uitspanning, die vrienden bij elkaar brengt, eene episode
in de wintersche dagelijkschheid, die jaarlijks terugkomt en daarin getrou
wer is dan ijs en schaatsen". In latere tijden, ook nog in het begin van
deze eeuw werd niet met de paarden op het strand gereden, daar het moeilijk
1903. Op deze unieke foto van de herberg staan de meeste bewoners van Westenschou-
wen. Mannen met visserspetten en vrouwen met keuvels en landhoeden. Rechts van de
deur staat op een bordje: „L. van de Zande - vergunning" en boven het plakkebord
linksj het uithangbord met het wapen van Westenschouwen
87